Weer wordt er een vaccin toegevoegd aan het Rijksvaccinatieprogramma: nirsevimab, dat beschermt tegen het RS-virus. Hoewel deskundigen beseffen dat mensen ‘vaccinatiemoe’ kunnen worden, hameren ze op het belang van het middel.
Staatssecretaris Vincent Karremans van Jeugd, Preventie en Sport maakte dinsdag in een Kamerbrief bekend het Rijksvaccinatieprogramma met het vaccin uit te breiden. Het besluit volgt op een positief advies van de Gezondheidsraad in februari dit jaar.
„Goed nieuws”, noemt dr. Lissy de Ridder, kinderarts en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK), de beslissing. „We zijn er heel blij mee en denken dat het vaccin van grote toegevoegde waarde is.”
Het RS-virus is het meest voorkomende verkoudheidsvirus bij kinderen. Vrijwel alle kinderen komen ermee in aanraking. De meesten worden er alleen verkouden van, maar bij baby’s kan een infectie leiden tot ernstige ziekte. Zij kunnen in ademnood komen door zwellingen in de kleine luchtwegen, de bronchiolen.
Enorm beslag
Een op de 56 kinderen belandt in het ziekenhuis vanwege een infectie met het RS-virus, weet kinderinfectioloog prof. dr. Louis Bont van het UMC Utrecht. „Dat legt een enorm beslag op de capaciteit van ziekenhuizen tijdens het RS-seizoen. Dat kunnen we straks op een effectieve en veilige manier voorkomen.”
Een op de 56 kinderen belandt in het ziekenhuis vanwege een infectie met het RS-virus - Prof. dr. Louis Bont, kinderinfectioloog bij het UMC Utrecht
Het nieuwe vaccin, nirsevimab, komt waarschijnlijk in het najaar van 2025 beschikbaar. Bont vindt het jammer dat baby’s de prik niet nu al kunnen krijgen. Hij wijst erop dat landen als Spanje, Frankrijk en Luxemburg het middel twee jaar geleden al hebben geïntroduceerd. Dat het in Nederland langer duurt, ligt volgens hem niet alleen aan trage besluitvorming. „De vaccins worden hier uitgerold via het consultatiebureau. Dat is een mooie en effectieve manier, die echter wel de nodige voorbereidingstijd kost.”
NVK-voorzitter De Ridder houdt haar hart vast over de komende maanden, als het virus naar verwachting weer zal opleven. „Voor baby’s is het heel naar als ze ernstig ziek worden. Op gezinnen heeft het een grote impact als een kind zo ziek is dat het naar een ziekenhuis moet. En voor kinderverpleegafdelingen is het telkens alle hens aan dek om iedereen te kunnen helpen. De afdelingen liggen altijd vol tijdens het RS-seizoen. Vaak moeten kinderen worden overgeplaatst naar ziekenhuizen elders in het land.”
Knauw
Nirsevimab dient tijdens het RS-seizoen –tussen november en maart– binnen twee weken na de geboorte te worden toegediend. Buiten de wintermaanden kan ermee worden gewacht. Het vaccin, dat bestaat uit antistoffen, biedt zo’n zes maanden bescherming, in de periode dat het kind het meest kwetsbaar is. Het middel is veilig en beschermt voor zo’n 80 procent tegen ernstige ziekte en ziekenhuisopname, blijkt uit onderzoek. De Ridder: „We gaan er daarom vanuit dat dit het laatste jaar is dat het RS-virus tot grote problemen leidt.”
We gaan ervanuit dat dit het laatste jaar is dat het virus tot grote problemen leidt - Dr. Lissy de Ridder, voorzitter NVK
Zaak is dan wel dat voldoende ouders openstaan voor het vaccin. Bekend is dat de vaccinatiebereidheid dalende is en tijdens de coronapandemie een knauw kreeg (zie graphic). Kan de introductie van het RS-vaccin leiden tot verdere ‘vaccinatiemoeheid’? „Een belangrijke vraag”, zegt Bont. „De vaccinatiecampagne moet zorgvuldig worden uitgerold om ervoor te zorgen dat mensen vertrouwen houden in het Rijksvaccinatieprogramma. Vaccinaties zijn essentieel om onze kinderen in Nederland gezond te houden.”
Toch verwacht de kinderinfectioloog wel dat het animo voor het RS-vaccin groot is. „Ontzettend veel mensen kennen kinderen die door het RS-virus in het ziekenhuis hebben gelegen. Dus je beschermt tegen een ziekte die mensen kennen, en die jouw kind ook kan overkomen. Daarnaast weten we uit andere landen dat veel mensen het vaccin halen.”