Het plan moet versplintering in de politiek tegengaan. „De grote hoeveelheid aan partijen zorgt ervoor dat politieke partijen in de Tweede Kamer steeds meer met elkaar bezig zijn en minder met de inhoud”, schrijft de VVD.

In Nederland ligt de kiesdrempel op dit moment effectief op 0,67 procent van de stemmen, oftewel een van de 150 zetels. Bij een drempel van 2 procent zouden Volt en JA21 bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen geen zetels hebben gehaald. ChristenUnie en SGP zouden vlak boven die drempel hebben gezeten, met respectievelijk 2,04 en 2,08 procent van de stemmen.

In sommige andere landen geldt al een kiesdrempel. In België ligt die drempel bijvoorbeeld op 5 procent. In andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk of Frankrijk, werken de kiesstelsels op andere manieren in het voordeel van grote partijen.

Het is nog niet duidelijk of genoeg andere partijen het plan van de liberalen steunen. NSC heeft eigen ideeën over aanpassingen aan het Nederlandse kiesstelsel. De partij van Pieter Omtzigt wil dat een deel van de zetels per district wordt verdeeld, zodat politici meer gebonden zijn aan kiezers uit hun regio.

In dat debat kreeg Erkens weinig bijval van andere fracties. Volgens André Flach (SGP) zijn kleine partijen als de zijne niet het probleem: „Ik neem waar dat er vooral heel veel gedoe is tussen gróte partijen.” Zouden zij niet op „mediadieet” moeten, vroeg hij zich af. Caroline van der Plas (BBB): „Een heleboel mensen zouden bij een kiesdrempel niet meer vertegenwoordigd zijn.”