Minder mensen hebben afgelopen zomer doorgegeven dat ze dieren met hittestress zagen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) kreeg 277 meldingen, tegen 453 meldingen in de zomer van vorig jaar. De meeste meldingen gingen over dieren met te weinig schaduw in een weiland.
Dat er minder meldingen kwamen, wil niet zeggen dat dieren minder last hadden van hittestress. De NVWA krijgt naar eigen zeggen meer meldingen over hittestress op zaterdagen en zondagen dan wanneer het doordeweeks warm is. „En afgelopen zomer was het slechts een dag in het weekend warmer dan 27 graden.”
Bij 54 van de 277 meldingen hebben inspecteurs een kijkje genomen om te zien wat er aan de hand was. Op dertien plekken moesten de eigenaren maatregelen nemen om de dieren te verkoelen, „bijvoorbeeld door schaduw te creëren door een kar of ander groot object in de weide te zetten”.
De NVWA heeft ook ruim honderd controles uitgevoerd bij schapenhouders. Op twee plekken hadden de schapen last van de hitte, „zoals sneller ademen of ademen met de bek open”. Nergens waren er schapen met ernstige hittestress. Ook bij dierentransporten heeft de NVWA geen hittestress gezien, en de temperatuur was nergens te hoog.