Litouwen vraagt strafhof wandaden Belarus te onderzoeken
Litouwen vraagt het Internationaal Strafhof in Den Haag om onderzoek te doen naar misdaden tegen de menselijkheid door het regime in Belarus. Het Litouwse ministerie van Justitie beschuldigt het buurland onder meer van onwettige arrestaties en martelingen van burgers en oppositieleden in het bijzonder. Mensen zijn daardoor het land uitgejaagd, wat volgens het ministerie precies de bedoeling was en neerkomt op deportaties.
De naar het buitenland gevluchte Belarussische oppositieleider Svetlana Tichanovskaja juicht de stap van Litouwen toe. Volgens haar mogen de misdaden onder president Aleksandr Loekasjenko niet onbestraft blijven. „De moed van Litouwen geeft ons hoop dat de wereld het regime eindelijk verantwoordelijk houdt voor zijn wreedheden.” Volgens haar zijn 300.000 burgers gedwongen het land te ontvluchten.
Tichanovskaja was bij de verkiezingen in 2020 de belangrijkste tegenstander van Loekasjenko, die dertig jaar geleden aan de macht kwam en ook wel de laatste dictator van Europa wordt genoemd. Na de verkiezingen, waarvan Tichanovskaja zegt dat zij die heeft gewonnen, zijn betogingen hard neergeslagen en zijn activisten, journalisten en politieke tegenstanders vastgezet.
Belarus is geen lid van het Internationaal Strafhof, toch denkt Litouwen dat het bevoegdheid heeft omdat de Baltische staat en andere bij het strafhof aangesloten landen de gevolgen ondervinden van de Belarussische wandaden doordat burgers ernaartoe vluchten. Hoofdaanklager Karim Ahmad Khan van het Internationaal Strafhof zegt dat hij zal beoordelen of er voldoende grond is voor een onderzoek.