In 2023 reserveerde de Duitse regering 5,7 miljard euro voor klimaat- en natuurbescherming in opkomende markten, een daling ten opzichte van de 6,4 miljard euro in 2022. Dit bedrag ligt onder de 6 miljard euro die bondskanselier Olaf Scholz beloofde dat Duitsland vanaf 2025 jaarlijks zou bijdragen.

Deze terugval is het gevolg van een bezuiniging van 12 procent op het budget van het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking, dat verantwoordelijk is voor het grootste deel van de internationale bijdragen. Het tekort zou nog groter zijn geweest als andere ministeries niet hadden bijgesprongen om het financiële gat deels te dichten. Mocht Duitsland zijn financiële belofte niet nakomen, dan zou dit de rol van Europa’s grootste economie als belangrijkste onderhandelaar tijdens de COP29-klimaattop in november kunnen ondermijnen.

Duitsland heeft er bij China op aangedrongen zich aan te sluiten bij de groep ontwikkelde landen en bij te dragen aan het wereldwijde klimaatfonds. China houdt echter vol dat het nog steeds een ontwikkelingsland is en daarom niet verplicht is als financier op te treden.

Rijke landen beloofden in 2009 jaarlijks 100 miljard dollar bij te dragen om ontwikkelingslanden te helpen hun uitstoot te verminderen en zich aan te passen aan extremere weersomstandigheden. Voor het eerst werd deze belofte in 2022 nagekomen.