Rapport: omstandigheden in Estse gevangenis laten te wensen over
De omstandigheden in de gevangenis in de Estse stad Tartu, waar Nederland cellen wil huren, laten te wensen over. Dat blijkt uit een rapport van het Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing (CPT), dat de gevangenissen in Estland vorig jaar heeft bezocht. Klachten gaan onder meer over slechte ventilatie en gebrek aan bezoek.
Het rapport is donderdag gepubliceerd, op dezelfde dag dat staatssecretaris Ingrid Coenradie (Justitie en Veiligheid) het land bezoekt. Zij wil daar mogelijk cellen gaan huren vanwege krapte in Nederlandse gevangenissen. In de Estse gevangenissen is juist ruimte te over: volgens het CPT stond zo’n vier op de tien plekken leeg.
Het CPT zag in Tartu en twee andere gevangenissen dat de „materiële omstandigheden” over het algemeen goed waren. Maar tekortkomingen waren er ook: het comité kreeg veel klachten over slechte ventilatie, sportfaciliteiten waren „onvoldoende” en gevangenen wilden meer te eten.
Medische voorzieningen waren over het algemeen „erg goed”, maar medische dossiers bleven niet altijd vertrouwelijk. Dat cipiers medicijnen uitdeelden, is volgens het CPT een „schending van medische geheimhouding”. Klachten over de toegang tot psychische zorg waren „talrijk”.
De psychiatrische afdeling komt in Tartu neer op eenzame opsluiting, zonder therapie. Daarover is het CPT „bezorgd”.
Mogelijkheden om bezoek te ontvangen waren „compleet onvoldoende”, schrijft het comité. In Nederland mag elke gevangene wettelijk minstens een uur per week bezoek krijgen, en het CPT vindt dat dat ook in Estland het geval moet zijn.
De omgang tussen bewakers en gevangenen kent in Tartu weinig spanningen, maar volgens het CPT kwam geweld tussen gevangenen wel voor. Medewerkers handelden zulke gevallen „adequaat” af. Wel klonken er enkele verhalen van verbaal geweld door bewakers in Tartu, soms met „racistische ondertonen”.
Hoewel personeelstekorten voor het kabinet de aanleiding zijn om de huur van Estse cellen te overwegen, kampen de gevangenissen daar volgens het CPT ook met personeelstekorten. In Tartu waren 25 van de 181 plekken voor gevangenisbewakers onbezet.