De Française Mélissa Da Costa (1990) werkte als communicatiemedewerker toen ze in 2019 haar eerste roman scheef: ”Tout le bleu du ciel”. Ze gaf het in eigen beheer uit en werd vervolgens ontdekt door een kleine uitgever. Maar die ging failliet. Pas toen haar boek werd overgenomen door haar huidige uitgever was het hek van de dam; haar roman werd een enorme bestseller.
Op dit moment is Da Costa de best verkopende auteur in Frankrijk, ze heeft intussen al zes boeken op haar naam staan. Begin 2024 verscheen haar eerste boek in het Nederlands; in juni was de achtste druk al een feit.
”Al het blauw van de hemel” is een kruising van een feelgoodroman en een psychologische roman. Het is ook een reisroman, waarin zowel de buitenwereld als de menselijke binnenwereld wordt blootgelegd.
De eerste zin trekt de lezer het verhaal in: „Jongeman van 26 jaar, die niet lang meer te leven heeft, wil op pad gaan voor een laatste reis. Zoekt reisgeno(o)t(e) om dit laatste avontuur met mij aan te gaan.” Bij Emile (26) is alzheimer vastgesteld en zijn arts geeft hem een levensverwachting van maximaal twee jaar. Artsen zien hem graag voor klinisch onderzoek om meer over de ziekte te weten te komen. Emiles familie grossiert in verstikkende omhelzingen. Het benauwt hem en zoekend naar een uitweg plaatst hij deze advertentie.
Tot zijn verrassing reageert Joanne, een vrouw van 29 jaar, die aangeeft direct te kunnen vertrekken. Emile koopt een camper en pikt haar op bij de afgesproken plek zonder zijn familie op de hoogte te stellen. Alleen een vriend weet iets van zijn plannen af.
Pijn
Twee mensen die elkaar totaal niet kennen koersen richting de Pyreneeën. Het is al heel snel duidelijk dat ze allebei niet vrij zijn van pijn uit het verleden. En hoewel er aanvankelijk geen sprake is van communicatie, ontstaat heel voorzichtig ruimte voor het delen van hun verhalen. Terwijl ze prachtige berggebieden en sfeervolle dorpen doorkruisen, vertelt Emile over de pijnlijke, definitieve verwijdering tussen hem en zijn vriendin Laura. Joanne vertelt hoe ze werd opgevoed door haar slimme, zachte vader en ten slotte de liefde vond. Die liefde kwam steeds sterker onder druk te staan toen hun kind Tom Blue autistisch en verstandelijk beperkt bleek te zijn.
Als de alzheimer zich bij Emilie steeds sterker laat gelden, onderneemt Joanne actie om terugkeer naar zijn familie te voorkomen. Samen kiezen ze voor een verstandshuwelijk.
De twee vestigen zich tijdelijk in het prachtig beschreven oude dorpje Eus om hun huwelijk te regelen; tegen vergoeding van kost en inwoning bieden ze een oude vrouw veiligheid. Als de situatie van Emile verslechtert gaan ze tijdelijk in een leefgemeenschap wonen. Emile ziet Joanne steeds meer aan voor zijn zus of zijn moeder en is niet meer in staat rond te reizen.
Als het einde nadert, besluit Joanne Emiles wens in te willigen en organiseert ze een laatste bergwandeling. Dan neemt ze een beslissing die tegen de wil van Emile ingaat en voor een ontroerend einde zorgt.
Diepe thema’s
Aanvankelijk had ik bij het lezen argwaan; ik dacht dat dit boek de zoveelste feelgoodroman was, die net als ”De zeven zussen” van Lucinda Riley zijn duizenden verslaat. Ik verwachtte een totaal onwerkelijke situatie die zou leiden tot een Siamese relatie. Als Emile een kortstondige seksuele relatie aangaat met een willekeurige passant, lijkt mijn vermoeden bevestigd. En dan is er ook nog dat zacht spirituele mindfulleven van Joanne waar ik niet zo in kan komen.
Toch buigt de schrijver een heel andere kant op. Veel diepere thema’s passeren de revue. Da Costa zet verschillende relaties tegenover elkaar: de relatie gebaseerd op lust (tussen Emile en passant Chloë), de relatie waarin het verbinden mislukt (tussen Emilie en zijn ex-vriendin Laura) en dan de langzaam groeiende, verinnerlijkende, verbindende liefde (tussen Emile en Joanne). Verder gaat het verhaal over ongezien opgroeien en de groei naar onafhankelijkheid, het niet loskomen van je ouders of van je ziek-zijn, het verlies van een kind en het verliezen van grip op het leven. Het klinkt als een grote hoeveelheid thema’s, maar de schrijver slaagt er toch in de lezer helemaal mee te nemen.
„De ware reiziger is degene die een rondreis in zichzelf heeft weten te maken” - Confucius, Chinese wijsgeer
Het boek overstijgt het horizontale niveau. Al lezende kruip ik steeds meer onder de huid van Emile en Joanne. Joanne leidde een teruggetrokken leven in een klein Frans dorp, omgeven door natuur waarin haar vader haar inwijdde. Ze haalt de prachtigste citaten aan die haar in haar leven altijd vergezeld hebben, zoals: „De landschappen waren een strijkstok die mijn ziel bespeelde” (Stendhal) en: „De ware reiziger is diegene die een rondreis in zichzelf heeft weten te maken” (Confucius).
Overgave
Emile leert veel over zichzelf en komt tot overgave; hij maakt plannen over zijn dood heen zodat zijn ouders en zijn zus hem zullen begrijpen en hij zorgt ook voor Joannes toekomst. Joanne laat een diepe hechting zien met haar zoontje Tom Blue en is daarom bereid een stap terug te zetten om de familie ruimte te geven om afscheid van Emile te nemen. Dat is echt een ontroerend deel van de roman. En hoewel het een feelgoodverhaal is zonder expliciete geloofsbeleving waarin sommige zaken gewoon té goed passen, ben ik van de personen en hun gedachtewereld gaan houden. Soms noteer ik een in zin, zoals: „Iets aannemen is een genereus gebaar, misschien nog wel meer dan schenken.”
Het boek heeft een bepaalde overeenkomst met ”Het zoutpad” van Raynor Winn. Ondanks alle ellende ontstaat in beide boeken een nieuw begin doordat er een diepe band tussen verschillende mensen groeit of verinnigt tijdens het afleggen van grote afstanden. Het idee trekt: alle dagelijkse taken en plichten afleggen om de vrijheid in te trekken en dan ook de diepte in te gaan. De natuur wordt in deze roman prachtig beschreven. Net als de binnenkant van de mensen en die combinatie is een sterke – zeker als de liefde sterker blijkt te zijn dan de dood.
Al het blauw van de hemel, Mélissa Da Costa; uitg. Manteau; 639 blz.; € 24,99