„Laat gymdocenten met kinderen naar zwemles gaan”
Naar het zwembad in plaats van naar de gymzaal. Volgens de Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ) is dat de oplossing voor het afnemend aantal zwemdiploma’s dat kinderen halen. Het kabinet buigt zich onder meer over deze mogelijkheid.
Het aantal kinderen dat een zwemdiploma haalt, daalt al een aantal jaren achter elkaar. Een belangrijke oorzaak hiervan is de coronacrisis, toen veel zwembaden gesloten waren. Inmiddels heeft 13 procent in de leeftijdscategorie van 6 tot 16 jaar geen diploma. Van de kinderen met ouders uit de laagste inkomensgroep kan zelfs een kwart niet zwemmen, ontdekte het Mulier instituut, een sportonderzoeksorganisatie die zwemdiploma’s in 2022 onder de loep nam. Staatssecretaris van Sport, Vincent Karremans, noemde de voortdurende daling vorige week een „zorgwekkende trend”. In opdracht van de Tweede Kamer zoekt hij naar oplossingen. Begin volgend jaar komt hij met mogelijke scenario’s.
Er zijn al initiatieven om het aantal zwemdiploma’s omhoog te krijgen. Vrijwel alle gemeenten hebben een regeling waarop ouders met lage inkomens een beroep kunnen doen, zoals het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Dit fonds organiseerde tussen 2020 en 2023 de projecten ”Alle kinderen een zwemdiploma!” en ”Nog meer kinderen een zwemdiploma!” In Noord-Holland zijn hiermee de afgelopen anderhalf jaar 323 kinderen geholpen, meldde het sportfonds in april op de website. De organisatie financierde dit zelf door fondsenwerving.
Volgens Arjan de Vries, directeur van de Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ), helpt dit niet genoeg. „Deze regelingen zijn maar een doekje voor het bloeden. De prijzen van zwemlessen stijgen door personeelstekort en de kosten van het onderhouden en verwarmen van zwembaden. Steeds meer ouders doen dan een beroep op het jeugdfonds. Dat kan de aanvragen vervolgens financieel niet meer dragen. Uiteindelijk moet de plaatselijke of landelijke overheid dan toch bijspringen. We hebben een breed gedragen oplossing nodig.”
Die uitweg ziet De Vries in een terugkeer van het halen van zwemdiploma’s onder schooltijd, wat tot 1985 vast onderdeel van het lesprogramma was. „Op dit moment zijn we in gesprek met de Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO), de vakvereniging voor gymdocenten, om schoolzwemmen toe te voegen aan het bewegingsonderwijs. Basisschoolleerlingen krijgen dan in een bepaalde periode van het schooljaar zwemles in plaats van gym. Het voordeel hiervan is dat er geen extra tijd gereserveerd hoeft te worden en de gymdocent meekan naar het zwembad.”
„Alleen via het onderwijs bereik je alle kinderen die zwemles nodig hebben” - Geert Geurken, strategisch adviseur sport en bewegen bij Sportbedrijf Arnhem
In de gemeente Arnhem gaan de leerlingen zwemmen onder schooltijd, in plaats van gymmen. „Alleen via het onderwijs bereik je alle kinderen”, zegt Geert Geurken, strategisch adviseur bij Sportbedrijf Arnhem. „We bieden drie soorten zwemles aan. In groep 3 en 4 van de basisschool halen kinderen hun zwemdiploma. Als dit niet lukt of als kinderen pas later op school komen door bijvoorbeeld migratie, kunnen ze na schooltijd les krijgen. Daarvoor is busvervoer geregeld. Leerlingen in de hogere leerjaren komen een aantal weken per jaar naar het zwembad om hun zwemvaardigheid op peil te houden door bijvoorbeeld survivalzwemmen.”
De kosten voor het schoolzwemmen betalen de onderwijsbesturen, gemeente en het sportbedrijf. De scholen leveren de vakleerkrachten en begeleiding, de gemeente en het sportbedrijf zorgen voor het busvervoer en zwembad. Ouders hoeven niets bij te dragen.
Deze methode is het meest geschikt voor gemeenten met veel gezinnen in de laagste inkomensgroep, stelt De Vries. „Zij kunnen de lessen vaak niet betalen en de zwemvaardigheid van hun kinderen niet bijhouden als ze wel diploma’s hebben.” Staatssecretaris Karremans zou uit zijn mogelijkheden die van het klassieke schoolzwemmen daarom moeten omarmen, meent De Vries. „Laat kinderen zo nu en dan zwemmen in plaats van gymmen.”