„De vlammen kwamen erg dicht bij het dorp”, zegt Marcos Salcedo van de olijfoliecoöperatie in het 300 zielen tellende dorpje Cabacés. Ik kan hem nauwelijks verstaan door het geronk van de brandweerhelikopters die af en aan vliegen om hun waterzakken boven de rokende bergtop voor ons leeg te storten.
Salcedo moet bijna schreeuwen om zich verstaanbaar te maken. „Vooral vannacht was het beangstigend. Maar de brandweer heeft heel goed en snel gehandeld. Echt fantastisch. We hebben veel geluk gehad, want de wind waaide precies de goede kant op.”
Na een spannende nacht lijkt het erop dat het vuur hier zo goed als onder controle is. Het is een van de twee bosbranden die donderdagmiddag kort na elkaar uitbraken in de Priorat, een bergachtige streek in Zuid-Catalonië die beroemd is om zijn wijnen.
Rond 3.00 uur brak de brand uit bij Cabacés. Nog geen uur later kregen de alarmdiensten een tweede brandmelding binnen. In dit geval lag de vuurhaard bij Porrera, hemelsbreed nog geen 10 kilometer verderop. Maar over de kronkelige bergweggetjes duurt de autorit zeker een halfuur.
„Secundaire brandhaarden zorgen voor gevaarlijke situaties bij het blussen” - Hoofd van de brandweer in de provincie Tarragona
Hoogspanningskabels
De brandweer vermoedt dat de branden zijn veroorzaakt door de val van twee hoogspanningskabels. Of dat alleen toe te schrijven is aan de harde windstoten van dat moment is nog onduidelijk. Achterstallig onderhoud van stroomtransporteur REE zou een andere oorzaak kunnen zijn.
De Priorat maakt de langdurigste droogteperiode mee sinds mensenheugenis. Al drie jaar valt er nauwelijks tot geen regen. De rivieren Montsant en Siurana staan al tijden droog. Hetzelfde geldt voor de stuwmeren in de streek. Bovendien waaide er donderdag een sterke mistral, waardoor beide bosbranden snel om zich heen konden grijpen. Veertienhonderd huishoudens kwamen zonder stroom te zitten.
Donderdagavond vreesde de brandweer het ergste. „We zijn niet optimistisch”, zei het hoofd van de brandweer in de provincie Tarragona tegen de Catalaanse publieke omroep. „De nacht zal moeilijk worden, omdat de omtrek van het vuur niet onder controle is. Secundaire brandhaarden zorgen voor gevaarlijke situaties bij het blussen.”
Schrikbeeld
Uit voorzorg moesten de 435 inwoners van Porrera enige tijd binnenblijven. Maar het grootste potentiële gevaar vormde de brand bij Cabacés. Deze zou een gebied van 1000 hectare in de as kunnen leggen, wat neer zou komen op de helft van het natuurpark Serra de Montsant. Met dat schrikbeeld voor ogen –iets wat bij een grote brand aan het begin van de jaren 80 ook gebeurd was– zette de brandweer alle beschikbare middelen in, waaronder ruim 70 brandweerwagens met 200 brandweermannen, blusvliegtuigen en helikopters.
Brandweerkorporaal Germán Medina en zijn collega Luis moeten met hun tankwagen de eenheden op de grond van water voorzien. Ze zijn vanuit Sant Feliu gestuurd, 150 kilometer hiervandaan. „Vanuit de lucht proberen we het vuur van twee kanten in te sluiten”, zegt hij. „Maar het is moeilijk terrein. We moeten vanaf de grond eerst een wig slaan met motorzagen, en dan gooien we vanuit de lucht een lijn water eroverheen.”
De strijd is nog niet gestreden. De heetste brandhaarden zijn op ontoegankelijke plekken: steile hellingen waar geen wegen of bergpaden naartoe leiden. Bovendien ligt er veel kreupelhout. Het zijn plekken die je alleen kunt bereiken door het dichtbegroeide bos. De brandweermannen doen dit zware werk in ploegendiensten van 24 uur.
Het is een race tegen de klok. „Alles lijkt nu redelijk onder controle”, zegt Medina. „Maar als straks tegen de avond de zeewind opsteekt na een warme dag als vandaag, kan het toch nog weer gevaarlijk worden.”