Buitenland

Dagen ”grote Syrische rijk” lijken geteld

Syrië begint maandag met het hergroeperen en verplaatsen van de troepenmacht in Libanon naar de Bekaa-vallei, in het oosten van het land. Een proces dat volgens de Syrische president Bashar al-Assad gezien moet worden als een „eerste stap van een volledige terugtrekking.” Na de maandagmiddag geplande ontmoeting tussen de Libanese en de Syrische president in Damascus wordt pas duidelijk of Assad zijn ijzeren grip op het buurland daadwerkelijk prijsgeeft.

Arthur Blok
7 March 2005 09:33Gewijzigd op 14 November 2020 02:18
DAMASCUS – De Syrische president Bashar Assad zwaait naar zijn landgenoten in Damascus. Daar kondigde hij afgelopen zaterdag aan de Syrische troepen in Libanon terug te trekken naar de Bekaa vallei. Foto EPA
DAMASCUS – De Syrische president Bashar Assad zwaait naar zijn landgenoten in Damascus. Daar kondigde hij afgelopen zaterdag aan de Syrische troepen in Libanon terug te trekken naar de Bekaa vallei. Foto EPA

De politieke verhoudingen in het Midden-Oosten veranderen in een razendsnel tempo. In een paar maanden tijd werden er verkiezingen uitgeschreven in achtereenvolgens Irak, Palestina en Saudi-Arabië. Zelfs Hosni Mubarak, de president van Egypte, kondigde een pakket met hervormingen aan.

Reden genoeg voor de Syrische president Bashar al-Assad om met de handen in het haar te zitten. Helemaal nu het verzet in buurland Libanon in een stroomversnelling lijkt te zijn geraakt.

”Syrië eruit”, en ”Onafhankelijkheid voor ons allemaal” riepen de honderden betogers gisteravond op het Martelarenplein in het centrum van Beiroet. Bijna drie weken na de moord op oud-premier Rafiq Hariri zit de moed er bij de demonstranten nog goed in. Nog elke dag zijn er tientallen strak georganiseerde demonstraties overal in het land. De binnenlandse oppositie tegen de Syriërs voelt zich sterker dan ooit. Dit komt vooral door de toenemende druk vanuit Amerika, de Europese Unie, Rusland en Saudi-Arabië.

Vrijwel alle Libanese partijen lijken elkaar te hebben gevonden; alleen de sjiitische ’tak’ -de door Syrië gesteunde partij Hezbollah- laat het afweten. Hezbollah-chef sjeik Hassan Nasrallah sprak zich zondag in felle bewoording uit tegen een directe en volledige terugtrekking van de Syrische militairen. Nasrallah: „Zolang er sprake is van een van oorlog met Israël staan wij achter Syrië.” Hij riep zijn volgelingen op dinsdag massaal in de hoofdstad te demonstreren.

Toch lijken de dagen van het ”grote Syrische rijk” te zijn geteld. Het regime van Bashar al-Assad in Damascus -al wankel voor de moord op Rafiq Hariri- ligt van alle kanten onder vuur. Behalve dat er aanhoudend verzet is in Libanon en dat er Amerikaanse troepen in Irak gelegerd zijn, wordt Damascus ook verantwoordelijk gehouden voor een bomaanslag begin deze maand in Tel Aviv.

Deze zorgen dwongen Assad ertoe een voor Syrische begrippen ongekend mediaoffensief te starten. Hij verscheen op nagenoeg elk Arabischtalig tv-station en sprak afgelopen zaterdag het Syrische parlement toe. Hij kondigde aan dat de Syrische troepen pas na „een aantal maanden” de grens daadwerkelijk zullen oversteken.

Als de jonge heerser van het eens zo machtige rijk niet snel handelt, zijn de gevolgen niet meer te overzien. Assad weet dat zelf ook. Hij stemde zelfs in met de vorming van een internationale commissie die de moord op Hariri gaat onderzoeken, een unicum in de Arabische wereld. Maar voor „nog grotere stappen” wil Assad eerst de vredesbesprekingen met Israël nieuw leven inblazen. Wat voorlopig niet veel meer dan een illusie is.

De frustraties door de houding van de internationale gemeenschap zijn groot in Damascus. Sinds het aantreden van Assad in 2000 liet hij meer dan eens blijken besprekingen over de geannexeerde Golan-hoogvlakte en de kwestie Libanon te wensen. De terugtrekking uit Libanon had als troef in deze onderhandelingen gebruikt moeten worden, maar dat is een riskante gok, zo blijkt nu.

Een definitieve terugtrekking van de Syrische strijdkrachten op korte termijn lijkt onontkoombaar. In de afgelopen vijf jaar werd de hoeveelheid soldaten al terug gebracht van 40.000 naar 14.000, maar de macht van de Syriërs blijft groter dan ooit tevoren. Naast militairen is er in Libanon een leger van geheim agenten actief.

Ook de Syrische belangen in Libanon zijn erg groot. Met bijna 1,5 miljoen Syrische gastarbeiders in het land kan Assad het zich simpelweg niet veroorloven dat Libanon aparte onderhandelingen met Israël zou aangaan, zonder dat de eigen eisen worden behandeld.

Het is de vraag wie er daadwerkelijk de lakens uitdeelt in Syrië. Analisten omschrijven Assad als niet veel meer dan een „marionet van zijn eigen regime.” Decennialang bepaalde de oude garde van ba’athisten wat goed is voor het land. Het was deze groep die besloot Bashar al-Assad voor te dragen als president na de dood van vader Hafez in 2000. De groep heeft grote financiële belangen in Libanon.

In Damascus wordt in ieder geval met het ergste rekening gehouden. Het binnenlandse verzet neemt al jaren toe. Intellectuelen hebben internet ontdekt als een veilige manier van communiceren. Een ontwikkeling die zorgt dat de positie van de Ba’ath-partij steeds zwakker wordt. De grootste angst van de ba’athisten is een revolutie naar Libanees model, die een catastrofe voor het regime zou betekenen.

Toch moet de revolutie in Libanon ook met enige scepsis worden bekeken. Demonstraties zoals die van de afgelopen weken worden al jaren georganiseerd door de christelijke oppositie. Christenen en moslims demonstreren nu weliswaar samen, maar dan wel voor hun eigen vertegenwoordigers. Het unieke is dat de westerse media nu pas massaal aandacht aan de gebeurtenissen besteden.

Het partijblok waartoe Hariri behoorde was jarenlang verantwoordelijk voor de corruptie en had een pro-Syrische houding. Hariri zorgde goed voor zijn soennitische achterban en daarom hield die zich koest. Na diens dood besloot de partij plotseling met rivaliserende partijen samen te werken. Onder de hoede van druzenkoning Walid Jumblatt werd vervolgens een pact gesloten waarin ook de christenen zich kunnen vinden.

De eisen van de oppositie zijn hard. Naast een volledige terugtrekking van alle Syrische troepen van Libanees grondgebied eist zij het aftreden van alle kopstukken van de nationale veiligheidsdienst, die nauw samenwerkt met de Syrische geheime dienst. Nieuwe verkiezingen -met buitenlandse waarnemers- dienen half mei te worden uitgeschreven. En het geduld raakt op.

Voorlopig zit er voor Assad en de zijnen niets anders op dan te proberen de crisis meester te worden, alvorens definitief te besluiten wat te doen.

Een ander punt van zorg is de opmerkelijke rol van het Libanese leger, die besloot de demonstranten in de afgelopen weken hun gang te laten gaan.

Al maanden wordt gespeculeerd dat de verbannen christen-generaal Michel Aoun -een van de kopstukken van de Libanese burgeroorlog- na bijna vijftien jaar afwezigheid zou terugkeren naar Beiroet. Generaal Aoun -gesteund door de VS- voert al jaren strijd tegen de grote invloed van Syrië.

In ieder geval kan Assad het zich dit keer niet veroorloven de verkiezingen in mei te dicteren. Daarvoor kijken er nu te veel ogen mee. Wat de Syrische president ook beslist, hij lijkt niet onder snelle hervormingen in beide landen uit te komen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer