Zuid-Holland staat met tegenzin zonnepark in groen gebied toe
De provincie Zuid-Holland staat met tegenzin de aanleg toe van een zonnepark in het groene buitengebied van Zoetermeer. Op weilanden langs de snelweg A12 moet een veld van bijna 10 hectare aan zonnepanelen komen. Een meerderheid van de Provinciale Staten vindt dit zonde van het groen en van de schaarse ruimte in Zuid-Holland. Volgens gedeputeerde Berend Potjer (energie en natuur, GroenLinks-PvdA) valt hier niets tegen te doen, omdat het project van de gemeente Zoetermeer en een ontwikkelaar voldoet aan de regels.
„We kunnen er van alles van vinden, maar we moeten toetsen of dit project voldoet aan de regels die de Staten hebben vastgesteld. En volgens ons is dat zo”, zei Potjer namens het college. „Of we dit park mooi of leuk vinden, of dat het misschien een andere kleur zou moeten hebben, dat doet niet ter zake.”
Diverse partijen uit de Staten wezen op de vorig jaar aangescherpte zonneladder. Daarop staan natuur- en landbouwgrond onderaan, als laatste optie. Het is de bedoeling dat zonnepanelen vooral worden aangelegd op daken, parkeerplaatsen en ongebruikte grond. In het Zuid-Hollandse coalitieakkoord spraken GroenLinks-PvdA, BBB, VVD en CDA vorig jaar ook af om bij zonne-energie in te zetten op meervoudig ruimtegebruik en om „zeer terughoudend” te zijn wat betreft het toestaan van zonnevelden op onbebouwde ruimte.
„Je gaat toch geen spiegels leggen op vruchtbare landbouwgrond? Dat is gekkigheid”, zei BBB-Statenlid Ward Meijroos dan ook in het commissiedebat over het Zoetermeerse project. Omdat de plannen al in een vergevorderd stadium zitten, kan de provincie het zonnepark - dat maximaal 25 jaar blijft liggen en 4000 huishoudens van stroom moet voorzien - niet tegenhouden. Wel heeft de gemeente op verzoek van de provincie enkele aanpassingen gedaan. De zonnepanelen zijn transparant, zodat de grond waar ze op liggen gewoon licht krijgt. De biodiversiteit in het gebied zou hierdoor zelfs verbeteren.
„In Zuid-Holland is het keuzes maken”, aldus Potjer. „Want we gebruiken met z’n allen ook heel veel energie, dat moet toch ergens vandaan komen. Daar moet je ruimte en gelegenheid voor bieden. Dit project past binnen de afspraken uit het Klimaatakkoord en de regionale energiestrategieën.”