Zeeland praat met gemeenten over aanpak huisvesting statushouders
De Zeeuwse gedeputeerde Dick van der Velde gaat in gesprek met de gemeenten die een achterstand hebben opgelopen bij het huisvesten van asielzoekers met een verblijfsvergunning, de zogeheten statushouders. De Zeeuwse gemeenten hebben in de eerste zes maanden van dit jaar 225 vergunninghouders gehuisvest. Dat hadden er 529 moeten zijn, inclusief de 112 mensen voor wie al per 1 januari woonruimte had moeten zijn geregeld.
Sinds hij verantwoordelijk portefeuillehouder is, heeft Van der Velde nog niet meegemaakt dat de achterstand zo groot is, laat de gedeputeerde weten. Alleen de gemeenten Goes, Middelburg, Noord-Beveland en Tholen hebben voldoende statushouders gehuisvest.
Van der Velde zegt dat de achterstand deels het gevolg is van een tekort aan woningen. Verder geldt voor zeven gemeenten dat het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) te weinig vergunninghouders aan die gemeenten had gekoppeld.
Vanuit de rol van de provincie als toezichthouder gaat Van der Velde in gesprek met vijf gemeenten die een achterstand hebben opgelopen bij het regelen van huisvesting. Dat zijn de gemeenten Schouwen-Duiveland, Reimerswaal, Borsele, Veere en Vlissingen. Afhankelijk van de uitkomst van die gesprekken kan de provincie die gemeenten vragen met een plan van aanpak te komen voor het wegwerken van de achterstanden.
Als de achterstanden op termijn nog niet zijn weggewerkt, zou de provincie als laatste stap zelf hotels of andere woonruimte kunnen verzorgen voor statushouders en de rekening daarvan naar de gemeenten sturen. „Maar zo ver is het voorlopig nog niet en het lijkt me ook niet wenselijk dat dit gebeurt”, zegt Van der Velde. „Ik heb liever dat als gemeenten op problemen stuiten, ze bij de provincie aankloppen om te vragen of die kan helpen.”