Politiek
Kabinet-Schoof vooral van binnenuit bedreigd

Het nieuwe kabinet rondde de onderhandelingen over zijn eerste begroting succesvol af. Maar is het daarmee ook klaar voor Prinsjesdag en de periode daarna?

Premier Dick Schoof na afloop van een overleg over de begroting op het ministerie van Financiën. beeld ANP, Robin Utrecht
Premier Dick Schoof na afloop van een overleg over de begroting op het ministerie van Financiën. beeld ANP, Robin Utrecht

Hoog gingen de zeeën op 4 juli, de dag waarop premier Schoof voor het eerst met de Tweede Kamer debatteerde over het voorgenomen beleid van zijn kabinet. Een hete zomer leek zich aan te dienen; vol besluiteloosheid, reuring en gedoe, maar tot een crisis kwam het niet. Dat neemt niet weg dat in de beeldvorming de twijfels en het pessimisme over de slaagkansen van het kabinet nog altijd overheersen. PVV, NSC en BBB droegen nog nooit bestuursverantwoordelijkheid, althans niet landelijk, somberen sceptici, en dus zijn ze nog lang niet klaar voor hun nieuwe rol.

Daar valt tegen in te brengen dat ook kabinetten waarin bestuurderspartijen de boventoon voerden niet altijd uitblonken in stabiliteit. Denk aan Van Agt II (CDA, PvdA en D66) of Balkenende IV (CDA, PvdA en CU).

Sommige commentatoren stellen hoopvol vast dat veel kiezers inmiddels bij zinnen lijken te zijn gekomen en beginnen in te zien dat hun stem op Wilders een kardinale vergissing is geweest. Maar voorlopig riekt dat naar wensdenken en het volgt in elk geval niet uit het laatste Nationaal Kiezersonderzoek (NKO), de grootste evaluatiestudie na Kamerverkiezingen.

Ja, kiezers beslissen steeds later over hun stem en ja, door van asiel hét verkiezingsthema te maken en de deur naar de PVV op een kier te zetten, hielp Dilan Yeşilgöz (VVD) Wilders in het zadel, zeggen ook de NKO-onderzoekers. Maar, ze constateren ook dat het PVV-verhaal over een meer directere democratie –met meer bevoegdheden voor bewindslieden om desnoods buiten de volksvertegenwoordiging om of tegen de rechtspraak in zaken voor elkaar te krijgen– aanslaat.  Gelet op de groeiende omvang van dat deel van de bevolking dat voor immigratiebeperking is, zal dat deel ook willen dat migranten volledig assimileren. Daarnaast koesteren ze ook veel wantrouwen jegens de politiek en had Wilders’ zege in november nog groter kunnen zijn, zo blijkt uit het onderzoek.

Oftewel, de goodwill die hij onder de kabinetten Rutte III en IV weer heeft terugveroverd, is hij vermoedelijk niet zomaar kwijt.

Poetin

Belangrijk voor een goede inschatting is verder wat de oppositie de komende maanden kan uitrichten. Een van de gezichten ervan is GL-PvdA-voorman en voormalig Eurocommissaris Frans Timmermans. Hij zinspeelt erop dat Wilders op enig moment paal en perk zal willen stellen aan de steun aan Oekraïne én aan de verhoging van de Defensie-uitgaven; iets wat voor Schoof, VVD en NSC onbespreekbaar is. Mocht het kabinet daardoor in de problemen komen, dan zal GL-PvdA het niet te hulp schieten, is zijn dreigement.

Hoe hoog de zeeën dan zullen gaan, moet echter nog blijken en of de oppositieleider met zijn aanvallen op de PVV („de nuttigste idioten die Poetin zich kan wensen”) echt een snaar weet te raken, is ook nog maar de vraag. Weliswaar nam de populariteit van de PVV-leider de afgelopen weken iets af, maar ten opzichte van het huidige zeteltal van zijn partij in de Tweede Kamer staat hij in de peilingen nog altijd op winst.

Timmermans stelt zich verder ten doel de voedingsbodem voor het populisme weg te nemen, onder andere door het verkleinen van de inkomensongelijkheid. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen na Prinsjesdag zal hij daar voorstellen voor doen, zo viel woensdag af te leiden uit de Binnenhoflezing die hij uitsprak in perscentrum Nieuwspoort in Den Haag. In die speech verweet hij het kabinet een vorm van „wegkijk- en indekpolitiek” te voeren. Concreet: het kabinet draagt volgens hem ten onrechte uit dat er weinig geld te besteden is en laat daarmee de armoede, de woningnood en het lerarentekort bewust voortbestaan.

Het is echter de vraag hoeveel kiezers er in november uitwaaierden naar de PVV doordat ze het fiscale klimaat voor vermogenden en (vervuilende) ondernemingen in Nederland als oneerlijk ervaren. Het snoeiharde en compromisloze anti-immigratieverhaal van de partij lijkt daarvoor toch echt doorslaggevender te zijn, zoals ook blijkt uit het NKO. Maar alle eerdere aankondigingen ten spijt ontbreekt het links nog altijd aan een helder, onderscheidend asielgeluid. Messcherpe wapens heeft Timmermans dus nog niet.

Of van CDA, SGP en ChristenUnie veel vuurwerk te verwachten valt, is eveneens de vraag.

Er is nóg een opsteker voor het nieuwe kabinet. Uit de budgettaire  bijlage bij het hoofdlijnenakkoord bleek op welke manier het probeert zorg te dragen voor een stabiele meerjarenbegroting: door in het eerste jaar veel geld uit te trekken voor de beloofde lastenverlichting en de maatregelen die moeten zorgen voor forse besparingen pas te agenderen voor de tweede helft. Dat plannetje is nog steeds uitvoerbaar. Het Centraal Plan Bureau (CPB) haalde er in zijn laatste financiële analyse geen streep doorheen.

Liggen er dan helemaal geen bedreigingen op de loer voor het kabinet-Schoof? Zeker wel. Zo lijken partijen als VVD en NSC zich inmiddels af te vragen of hun keus om Wilders in staat te stellen van asielmigratie een groot speerpunt te maken wel zo verstandig is geweest. Zeker de VVD lijkt nu van zins te zijn de migratiestroom vooral te willen beteugelen met op het inperken van arbeidsmigratie gerichte maatregelen. Te laat, of gaat de PVV daar nog in mee?

Deze week leek bij VVD en NSC de vertwijfeling toe te slaan, nadat was uitgelekt dat landbouwminister Wiersma al op korte termijn wil stoppen met het Nationaal Programma Landelijk Gebied, een van de pijlers onder het stikstofbeleid van het vorige kabinet. Welke aanpak daarvoor in de plaats komt, is nog niet uitgewerkt. Daar is het laatste woord nog niet over gezegd.

Geen vertrouwen

Ook cruciaal: Schoof-1 lijkt net zo ongelukkig te zijn als Rutte-IV. „We waren al moe en uitgeput toen we aan het kabinet begonnen”, blikte Sigrid Kaag, vice-premier en -minister in dat onfortuinlijke kabinet, na afloop terug. Ze verwees daarmee onder meer naar de slopende formatie van 2021, maar de vraag is welke blijvende wonden de formatie van 2024 geslagen heeft bij PVV, VVD, NSC en BBB.

Onder leiding van de informateurs is enorm veel tijd geïnvesteerd in het op afstand zetten van de PVV. Wilders moest een rechtsstaatverklaring ondertekenen, hij mocht geen premier worden, en Kamer en kabinet moesten op afstand komen te staan. Tekenend is dat Pieter Omtzigt van NSC nog altijd weigert de term coalitie in de mond te nemen; hij houdt het zuinig bij „een politiek samenwerkingsverband”.

Door dat alles is de vraag of de vier elkaar wel voldoende vertrouwen nog altijd springlevend. Dat Wilders, Yeşilgöz, Omtzigt en Van der Plas bij tijden afgemat ogen is nog tot daaraan toe. Maar dat het roddel- en lekcircuit zo kort na de start al op volle toeren draait, is ronduit een veeg teken. Omtzigt die labiel zou zijn, VVD’ers die op de afscheidsreceptie van Mark Rutte al hardop speculeren over het moment waarop de VVD het kabinet gaat opblazen; het voorspelt weinig goeds.

Schoof heeft de zomer overleefd, maar hij is gewaarschuwd. De dreiging van binnenuit lijkt net als bij Rutte IV voorlopig stukken groter te zijn dan die van buitenaf.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer