PVV-ministers spreken niet met één mond over exportbeperking ASML
De PVV-ministers Reinette Klever (Buitenlandse Handel) en Dirk Beljaarts (Economische Zaken) spreken niet met één mond over het kabinetsbesluit om de export van chiptechnologie op aandringen van de Verenigde Staten verder aan banden te leggen. Waar Klever zegt dat dit puur uit veiligheidsoverwegingen gebeurt, vermoedt Beljaarts dat er ook „andere belangen” spelen.
Beljaarts noemt het „natuurlijk nooit prettig” als bedrijven - in dit geval ASML - in hun bewegingsvrijheid worden beperkt. „Want we willen dat het bedrijfsleven zo goed mogelijk en zo vrij mogelijk kan functioneren.” Hij erkent dat in een tijd van geopolitieke spanningen voorzichtigheid geboden is, maar suggereert dat de Amerikanen wellicht ook uit economisch eigenbelang handelen.
„Ik vind het vooral belangrijk dat we zuiver blijven kijken”, zegt Beljaarts. „Wat zijn economische belangen, wat zijn veiligheidsbelangen?” Hij zegt daar veel overleg over te hebben met zijn collega en partijgenoot die over buitenlandse handel gaat. Maar hoewel het kabinet met één mond dient te spreken, lijkt hij niet vierkant achter dit besluit te staan. „Het is misschien niet mijn weg”.
Klever weerspreekt juist dat economische motieven een rol hebben gespeeld. „Dit gaat over nationale veiligheid, dat is de afweging die wij als kabinet maken”, zegt zij. Ook de suggestie dat Nederland zich in deze kwestie door de Amerikanen heeft laten souffleren, verwerpt de handelsminister. „Wij gaan daar zelf over.”
Na afloop van de ministerraad zei Klever dat ze „zeker” met Beljaarts over zijn reactie heeft gesproken. „We steunen dezelfde lijn”, stelt de bewindsvrouw. Ook Beljaarts erkent volgens haar dat maatregelen op basis van veiligheid worden genomen.