Dit middel is bijzonder schadelijk voor het milieu, maar iedereen gebruikt het
Bijna iedereen gebruikt ze, maar vrijwel niemand weet van hun bestaan: koudemiddelen. In iedere vriezer of koelkast zit zo’n goedje om levensmiddelen koud te kunnen houden. Ondertussen neemt het gebruik van deze chemische stoffen flink toe door de grote vraag naar airco’s en warmtepompen. Maar hoe recycle je koudemiddelen? En waarom is dat zo belangrijk?
Gasflessen. Vele honderden. De grote loods van Climalife in Bergen op Zoom staat vol met cilinders met koelmiddel. Mobieltjes mogen niet mee in de werkplaats. Alles met een accu heeft immers een kans –hoe klein ook– om te ontploffen. Veiligheid staat hier hoog in het vaandel.
Op brandgevaar wijzen ook de gekleurde ‘schouders’ van de gasflessen. Sommige zijn rood. Daarin zitten licht ontvlambare gassen. Alles met een groene kleur is gerecycled.
Climalife is al 35 jaar een toonaangevend bedrijf als het gaat om het recyclen van koelmiddel, vertelt salesmanager Marco Oosdijk. De onderneming –opgericht in 1874– levert al anderhalve eeuw chemische stoffen voor koelapparatuur, airco’s en warmtepompen.
Strenger
Dat koudemiddelen –vooral F-gassen– gerecycled worden, heeft alles met milieuwetgeving te maken. De regels worden steeds strenger (zie ook kader ”Wat heeft airco met ozonlaag en klimaat te maken”).
Bepaalde typen koelmiddel zijn al verboden en voor andere werd afgelopen maart een nieuwe richtlijn ingevoerd. Het gaat om de zogeheten F-gassenverordening III. Zo gelden er nu quota voor bepaalde stoffen, legt Oosdijk uit. „Sinds dit jaar mag er bijvoorbeeld 40 procent minder nieuw –wij noemen dat virgin of maagdelijk– product op de markt komen, ten opzichte van afgelopen jaar. De komende jaren daalt dat aandeel verder.”
Voor gerecycled materiaal geldt geen quotum. Oosdijk: „Daarom wordt het recyclen van koelmiddelen steeds belangrijker om voldoende product beschikbaar te hebben om de markt draaiende te houden. Voor sommige stoffen zien we snel tekorten ontstaan.”
De vraag naar gerecycled materiaal neemt dan ook toe. „Installaties zijn gebouwd voor een bepaald koudemiddel. Je kunt er niet zomaar een ander type ingieten. Zolang de installaties nog werken is dus gerecycled koudemiddel nodig bij service- en onderhoudswerkzaamheden. Er is bijvoorbeeld nog apparatuur met een specifieke toepassing, zoals ultralage temperaturen, waarbij draaiende installaties nog gevuld zijn met bijvoorbeeld hcfk’s.” Dat mag nog totdat de apparatuur aan vervanging toe is. Oftewel: door de wetgeving worden schadelijke koelmiddelen langzamerhand steeds zeldzamer.
„Recyclen van koelmiddelen wordt steeds belangrijker om voldoende product beschikbaar te hebben om de markt draaiende te houden” - Marco Oosdijk, salesmanager Climalife
Geen grote installatie
Climalife recyclet alle mogelijke F-gassen. Oosdijk loopt naar een hoek van de hal waar de cilinders netjes geordend staan naar inhoud, de soort koudemiddel. De vakken zijn afgezet met geel lint op de vloer. Op de muur hangt per vak een briefje met de aanduiding van het type koudemiddel: R404A, R134A. Deze tientallen gasflessen wachten op het moment van recyclen.
De recycling van koelmiddelen is geen enorm ingewikkeld proces, stelt Oosdijk. Hij wijst naar een hoek in de werkplaats waar enkele cilinders op slangen zijn aangesloten. „Daar worden ze ontgast. Er is geen grote installatie voor nodig.”
Het begint allemaal met het inleveren van de cilinders door de klant. Deze worden vervolgens nauwkeurig gewogen. Daarna volgt de analyse van de inhoud. Als de samenstelling bekend is, kan worden bepaald welke stappen nodig zijn in het recyclingsproces. De belangrijkste vormen van vervuiling zijn olie, vocht en andere gassen. Bij de reiniging wordt ontgast, gedroogd en eventuele olie verwijderd. Als het mogelijk is, wordt het koelmiddel weer op de specificaties van een nieuw product gebracht. „Dan spreken we van geregenereerd koudemiddel. Als deze de specificaties niet helemaal haalt, gaat het om gerecycled materiaal.”
Als de kwaliteit en samenstelling recycling niet toelaat, wordt de inhoud vernietigd. „Dat gebeurt niet in Nederland, maar bijvoorbeeld in Frankrijk. Het wordt thermisch verbrand, waardoor ze niet in de atmosfeer terechtkomen.” Bij het verbranden komt wel CO₂ vrij.
Vermeden CO₂-uitstoot
Climalife recyclet ongeveer 75 procent van de teruggenomen F-gassen. De rest wordt vernietigd. Hoeveel F-gassen al passeerden? Oosdijk: „We drukken dat uit in vermeden milieu-impact. Een paar jaar geleden is becijferd dat sinds het begin van onze recyclingactiviteiten we meer dan 30 miljoen ton CO₂-equivalent uitstoot hebben vermeden. Dat zijn enorme hoeveelheden. Dit gaat wel om ons hele bedrijf en omvat al onze activiteiten in landen over de hele wereld.” Om een indruk van die 30 miljoen ton te geven: dat is evenveel als 1,5 miljoen Nederlandse huishoudens per jaar uitstoten.
Climalife bouwt op dit moment in Frankrijk aan een fabriek die koelmiddelen nog beter kan zuiveren. „Als die af is, blijft er nog minder afval over voor vernietiging.”
Grootste uitdaging
Op de lange termijn verwacht Oosdijk dat de behoefte aan koelmiddelrecycling zal afnemen naarmate traditionele koudemiddelen verdwijnen. „Propaan, ammoniak en CO₂ hoeven waarschijnlijk niet gerecycled te worden. En de nieuwe hfo’s zijn nog gepatenteerd. Dat beperkt de mogelijkheden voor recycling. Maar op zich verschilt de techniek voor recycling daarvoor niet van wat we nu doen.”
Een andere trend waar Climalife op moet inspelen is het gebruik van samengestelde gassen in één koelmiddel. „Dat is een gevolg van de regelgeving om lagere GWP-waarden te krijgen. Het maakt recyclen wel complexer, omdat de samenstelling nauwkeurig moet worden behouden.
„Sommige installateurs proberen zelf koelmiddelen te recyclen zonder de juiste middelen” - Marco Oosdijk, salesmanager Climalife
De grootste uitdaging voor Climalife is ervoor zorgen dat installateurs hun koelmiddelen ook daadwerkelijk inleveren voor recycling. Oosdijk: „Er is een grijs gebied in de regelgeving, waardoor sommige installateurs zelf proberen koelmiddelen te recyclen zonder de juiste middelen. Dat kan leiden tot inefficiënties, lekkages en potentieel gevaarlijke situaties. Werken met F-gassen moet met speciaal gekwalificeerd personeel en met grote zorgvuldigheid.”