Noord-Korea nog steeds christenvervolger nr. 1
Voor de derde opeenvolgende keer staat Noord-Korea boven aan de Ranglijst Christenvervolging die de stichting Open Doors jaarlijks uitgeeft.
De ranglijst rangschikt landen naar de mate waarin christenen om hun geloof worden vervolgd of gediscrimineerd. Voor de derde keer op rij staat Noord-Korea boven aan deze ranglijst, zo meldde Open Doors vrijdag. Precieze cijfers zijn volgens de stichting moeilijk te verkrijgen, „maar algemeen wordt aangenomen dat op dit moment tienduizenden christenen zuchten in Noord-Koreaanse gevangenkampen, en dat er in 2004 minstens twintig christenen in gevangenschap zijn doodgeschoten of -geslagen.”
Vier landen in de toptien zijn overwegend islamitisch, vier hebben een communistisch regime en één land, Bhutan, is overwegend boeddhistisch. Saudi-Arabië neemt weer de tweede plaats in, gevolgd door Vietnam, Laos, Iran, Maldiven, Somalië, Bhutan, China en Afghanistan.
Wereldwijd lijden naar schatting 200 miljoen christenen vervolging en discriminatie vanwege hun geloof. In Saudi-Arabië wordt iedere autochtone inwoner geacht islamitisch te zijn. „Wie dat niet is wordt beschouwd als ’afvallig’ en riskeert de doodstraf. Ondanks beweringen van de overheid dat buitenlanders hun eigen geloof in besloten kring mogen praktiseren, zijn gastarbeiders die in hun eigen huis een christelijke samenkomst hadden in 2004 gevangengezet en gedeporteerd.”
In het Oost-Afrikaanse Eritrea is de situatie voor christenen verder verslechterd. Somalië steeg van de 11e naar de 7e plaats. „Christenen met een moslimachtergrond betalen in dit land een hoge prijs voor hun bekering, vooral buiten de steden. Het land wordt gekenmerkt door anarchie en er wordt rechtgesproken volgens de sharia.”
Opvallende stijger is Irak, van de 32e naar de 21e plaats. „Hoewel de christelijke minderheid in 2004 meer vrijheid genoot dan onder Saddam Hussein, ondervond ze extra zware druk van fundamentalistische moslimgroeperingen. Dreigbrieven, ontvoeringen, bomaanslagen en moordpartijen door moslimextremisten hebben tienduizenden christenen het land uit gejaagd.”
Ook in Afghanistan verslechterde de situatie. „Christenen met een moslimachtergrond hebben het heel moeilijk. In 2004 zijn ten minste vijf van hen vermoord.” Ethiopië verscheen voor het eerst in de topvijftig. Net als in buurland Eritrea worden bijbelgetrouwe kerken er niet erkend. „In Ethiopië ondervonden bijbelgetrouwe christenen in 2004 de meeste tegenstand van plaatselijke overheden en in overwegend islamitische streken voornamelijk van radicale moslims. Christenen zijn gevangengezet of moesten onderduiken.”
In Sudan werden vorig jaar minder christenen gedood of mishandeld dan in 2003. „De strijd in Darfur is er een tussen moslims en moslims. Er zijn vrijwel geen christenen bij betrokken. Er is goede hoop dat het vredesakkoord voor een verdere verbetering zal zorgen. Naar schatting zijn tijdens de afgelopen burgeroorlog tussen Noord- en Zuid-Sudan sinds 1983 meer dan 2 miljoen mensen omgekomen.”
Ook in Colombia zijn in 2004 minder christenen omgekomen dan het jaar ervoor, „wat niet wegneemt dat christenen in dit land, met name buiten de grote steden, gevaar lopen ontvoerd of vermoord te worden. Ook slaan christenen nog steeds op de vlucht vanwege bedreigingen door gewelddadige groeperingen.”
Recente informatie uit Birma toont, aldus Open Doors, aan dat de vervolging minder is dan voorheen. „Niettemin werden in 2004 nog steeds kerken gesloten en hebben christenen moeite om hun gemeente geregistreerd te krijgen, of om een bouwvergunning voor een kerk te verkrijgen.” Ook in Algerije is een lichte verbetering merkbaar. „De Algerijnen beginnen te wennen aan het feit dat er christenen in hun land wonen, en doorgaans bemoeit de overheid zich niet met kerkelijke activiteiten. Bekeerlingen vanuit de islam ondervinden nog wel veel druk.”
In Turkije werden de godsdienstwetten „min of meer aangepast aan Europese normen. Sommige christenen hebben hiervan geprofiteerd. Maar de wetsverandering heeft nog geen mentaliteitsverandering tot gevolg gehad bij de Turkse meerderheid. Lagere overheden hadden in 2004 moeite met de toepassing van de nieuwe wetten.” In Qatar betekende de eerste grondwet uit de geschiedenis van deze Golfstaat vrijheid van godsdienst voor de bevolking. Vijf christelijke gemeenten kregen toestemming voor de bouw van een kerk. „Het is voor het eerst sinds de zevende eeuw dat er in Qatar kerken te zien zijn.”
De Ranglijst Christenvervolging wordt samengesteld aan de hand van vragenlijsten met 49 vragen. Aan de vragen worden punten toegekend. Het land dat de meeste punten scoort, komt boven aan de ranglijst.