Meditatie: Verbroken van hart
Jesaja 57:15b
„Ik woon in de hoogte en in het heilige, en bij diegene die van een verbrijzelde en nederige geest is, opdat Ik levend make de geest der nederigen, en opdat Ik levend make het hart der verbrijzelden.”
God ziet in mededogen neer op degenen die voor Zijn Woord beven, en alleen op hen. Ook wil Hij alleen maar wonen bij degenen die een gebroken en nederige geest hebben, opdat Hij „levend maakt de geest der nederigen, en opdat Hij levend maakt het hart der verbrijzelden” (Jesaja 57:15). Een zondaar wiens hart niet gebroken is, heeft de medicijnmeester niet nodig. Hij valt ook niet onder de opdracht van Christus, want Hij werd gezonden om de verbrokenen van hart te verbinden.
De wijze maagden kenden hun arglistigheid, hun bitterheid, hun ontrouw en de plaag van hun eigen hart en ze wisten dat God hun hart had veranderd. Hieruit kunnen we afleiden dat alles wat deze wijze maagden waren en wat ze hadden, kwam van de Vader der lichten. Ze waren allemaal van nature zondaar, dood in zonden en misdaden, maar God had „hen getuchtigd en geleerd uit Zijn wet”. Daarna trok Hij hen tot Christus, opdat ze in Hem rust zouden vinden „totdat de kuil voor de goddeloze gegraven wordt” (Psalm 94:13). Christus heeft hen ontvangen als de gift van de Vader en daarom mogen zij maagden genoemd worden. God openbaarde Zijn Zoon in hen als de Hoop der heerlijkheid en zij kregen „de verlichting der kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus” (2 Korinthe 4:6). Dit maakte hen tot wijze maagden.
William Huntington,
predikant te Londen
(”De wijze en de dwaze maagden”, 1835)