Relatief vaak ongeval met arbeidsmigrant die kort in Nederland is
Arbeidsmigranten die maar een paar maanden in Nederland zijn en van wie er geen verblijfsadres bekend is, hadden vorig jaar relatief vaak ongevallen op het werk. Onder de mensen in de zogeheten Registratie Niet-Ingezetenen (RNI) ging het om 37 ongevallen per 100.000 banen. Onder Nederlanders en arbeidsmigranten die hier wel zijn ingeschreven, waren er 26 ongevallen op de 100.000 banen. Dat meldt de Nederlandse Arbeidsinspectie in een jaarlijks onderzoek.
De RNI is onder meer bedoeld voor mensen die korter dan vier maanden in Nederland zijn en hier wel willen werken.
Ook het overlijdenspercentage onder mensen in de RNI was hoger. In 4 procent van die ongevallen overleed vorig jaar iemand, tegenover 2 procent bij de overige slachtoffers. De meeste ongevallen waren in de metaalindustrie, slachthuizen en de landbouw, bosbouw en visserij. De inspectie zegt dat slachtoffers uit de groep niet-ingezetenen vaker uitzendkracht, jong en erg kort in dienst zijn op het moment van het ongeval.
„Arbeidsmigranten doen vaak ongeschoold, laagbetaald en tijdelijk werk, en dan ook nog in sectoren waar het risico op ongevallen al relatief groot is”, zegt de inspectie. Die deed dit jaar speciaal onderzoek naar de positie van arbeidsmigranten, mede door de politieke en maatschappelijke aandacht voor deze groep. „Verder is op grond van ervaring de verwachting dat arbeidsmigranten door taal- en cultuurverschillen in sommige gevallen instructies en waarschuwingen mogelijk niet goed begrijpen. Ook kan er sprake zijn van een mogelijke afhankelijkheidssituatie van de werkgever, waardoor zij minder geneigd zullen zijn te klagen over onveilige omstandigheden.”
‘Vallen’ was afgelopen jaar het meest voorkomende ongevaltype. Daarnaast registreerde de inspectie relatief vaak ongelukken met vorkheftrucks, pallethefwagens en ladders. De inspectie onderzocht 2448 ongevallen, waarbij 69 mensen om het leven kwamen.