„Geen samenhang in gezinsbeleid”
Het gezin staat duidelijk op de politieke agenda. Weinig partijen hebben echter een samenhangend beleid ten aanzien van het gezin. Het beleid blijft versnipperd over de verschillende departementen.
Dat concludeert de Nederlandse Gezinsraad (NGR) in het dinsdag gepresenteerde rapport ”Links en rechts aandacht voor het gezin”. De NGR analyseerde ook voor de aanstaande Tweede-Kamerverkiezingen de programma’s van alle politieke partijen op hun aandacht voor het gezin, waaronder de raad elke samenlevingsvorm met een opgroeiend kind verstaat.
De meeste politieke partijen hebben voorkeur voor een type gezin, behalve Leefbaar Nederland (LN) en de Lijst Pim Fortuyn. Die hebben niets in hun verkiezingsprogramma staan over gezinsbeleid. Een tekortkoming, erkende LN-lijstduwer emeritus hoogleraar staatsrecht dr. S. W. Couwenberg.
De opvallendste verschuiving ten opzichte van de programma’s van 1998 is dat de meeste partijen het geïndividualiseerde gezinstype nu afwijzen. Alleen de partijen die het individu het meest benadrukken, VVD en D66, zijn weg van een gezin waarin mensen hun eigen gang gaan.
De PvdA, GroenLinks, SP en CDA geven in hun voorgestelde beleid de voorkeur aan gezinsverbanden waarin man en vrouw het werk en de zorgtaken gelijk verdelen, dan wel aan moderne gezinnen met anderhalf inkomen. Het CDA heeft daarnaast ook aandacht voor het traditionele kostwinnersmodel, dat bij ChristenUnie en SGP het enige voorkeursmodel is.
Toch signaleert het rapport enige verschuiving bij de kleine christelijke partijen. Bij de ChristenUnie heeft enige verbreding plaats naar andere modellen, „maar het is erg beperkt.” Ook bij de SGP is enige verschuiving te constateren, aldus de NGR, want de voorgestelde verhoging van de kinderbijslag mag van de SGP aan kinderopvang worden besteed.
Dr. C. de Hoog, hoofddocent gezinssociologie aan de Wageningen Universiteit en medeauteur van het rapport, is ook in zijn opvattingen opgeschoven. Pleitte hij vier jaar geleden nog voor een aparte minister voor Gezinsbeleid, in navolging van het CDA, nu voelt hij meer voor een controlerend orgaan en een voor het totale gezinsbeleid verantwoordelijke staatssecretaris van Sociale Zaken. Voorzitter O. Fles van de Nederlandse Gezinsraad ziet daar niets in. „Een raad of secretaris met coördinerende bevoegdheden, dat werkt niet.”
Belangrijke vaststelling van de raad is dat gezinnen met kinderen veel aan inkomen inboeten. „De koopkracht van gezinnen met opgroeiende kinderen is een kwart tot eenderde lager dan in de fase ervoor en erna”, aldus Fles. „Als je deze gegevens internationaal vergelijkt, is dit verschil in Nederland groter dan in de andere landen van de Europese Unie.”
De meeste mensen leven in de gezinsfase, dus met kinderen, waardoor er een eind aan de emancipatie komt, stelde Fles met spijt vast. „Het overgrote deel functioneert als kostwinnersgezin, waarbij de man voor het grootste deel van het inkomen zorgt en de vrouw een kleine baan heeft, zodat haar carrière stagneert.” In het beleid is daarom volgens de NGR vooral aandacht voor het jonge gezin nodig. Daarmee beoogt de raad niet alleen inkomensverbetering, maar ook het bereiken van emancipatiedoelen.
Het gevechtsvliegtuig JSF leek dinsdagmiddag belangrijker dan het gezin. Alle kamerleden die hadden toegezegd te discussiëren over het gezinsbeleid moesten bij de stemming over de JSF zijn.