Kranten melden minder vaak afkomst dader
Kranten vermelden steeds minder vaak de etniciteit van criminele daders en verdachten. Ten opzichte van 2001 was dat vorig jaar met de helft afgenomen, blijkt uit een afstudeeronderzoek van Stiana Sibon van de Universiteit Twente.
De studente Toegepaste Communicatiewetenschap vergeleek de berichtgeving in de Volkskrant, het Algemeen Dagblad, de Telegraaf en het NRC Handelsblad. Het viel op dat in de berichtgeving over allochtonen de Marokkanen naar verhouding oververtegenwoordigd zijn. In berichten waarbij de afkomst wel wordt genoemd gaat het in 45 procent over Marokkanen. Uit cijfers van het Ministerie van Justitie blijkt dat het Marokkaanse aandeel in de criminaliteit met een etnische achtergrond slechts 23 procent bedraagt.
Begin februari bepleitte directeur H. Fermina van het Landelijk bureau ter Bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR) meer openheid over de achtergrond van verdachten. Het verzwijgen van de etnische afkomst werkt juist averechts, verklaarde Fermina destijds in het Algemeen Dagblad.
Als voorbeeld noemde hij het incident in Amsterdam waarbij een automobiliste een Marokkaanse tasjesdief doodreed. Als eerder bekend was geweest dat de vrouw van Surinaamse afkomst was, waren de spanningen misschien minder hoog opgelopen, meende het LBR.
In een uitgebreide verklaring van het LBR staat dat bij incidenten veel speculaties ontstaan over de herkomst van daders. „Dat leidt tot vooronderstellingen, spanningen en verkeerde conclusies. Problemen moeten opgelost worden, niet onder tapijt geschoven. Een mate van openheid geeft de mogelijkheid om zaken tot hun proporties terug te brengen”.