De Rotskoepel staat ook in Leiden
De vergulde versieringen op het puntje van de koepel van de Leidse Marekerk glimmen in het zonlicht. Hier is het alleen de versiering op de top van de koepel die glimt. Bij de Rotskoepel in Jeruzalem glanst de hele koepel. Die Rotskoepel was hét voorbeeld voor de architect van de protestantse Marekerk. Dit kerkgebouw moest een afschaduwing zijn van de tempel van Salomo. En in de zeventiende eeuw zagen ze de Rotskoepel in Jeruzalem simpelweg als de tempel.
Oergebouw, oerkerk. Zo wordt de tempel van Salomo wel genoemd. Er wordt tegenwoordig driftig onderzoek gedaan naar hoe die tempel er nu echt uit heeft gezien, maar in de zeventiende eeuw waren ze veel sneller tevreden. Voor de mensen toen was het islamitische heiligdom op de Tempelberg in Jeruzalem, de Rotskoepel, de tempel. Heel simpel. Vandaar dat de architect van de Marekerk -in 1649 kwam zij gereed- zonder enige scrupule een kerk ontwierp die in veel zaken een kopie is van de Jeruzalemse Rotskoepel.
Omdat ten noorden van de Oude Vest in het begin van de zeventiende eeuw een heel nieuw stadsdeel verrees, vond het Leidse stadsbestuur het nodig daar een kerk voor de gereformeerde eredienst te bouwen. En omdat de stad graag haar macht en rijkdom aan de buitenwereld wilde tonen, moest het een spraakmakend gebouw worden.
Stadsbouwmeester Arent van ’s Gravensande werd gevraagd een ontwerp te maken en hij kwam -na een jaar denken en schetsen- met een koepelkerk. De eerste van Nederland. Om het onderscheid met de Rooms-Katholieke Kerk ook in de bouw van de bedehuis duidelijk te maken, week Van ’s Gravensande heel bewust af van het gangbare kerkconcept met een duidelijke oost- westoriëntatie. In de protestantse eredienst staat immers niet het altaar centraal, maar het Woord en dus de kansel.
De stadsarchitect koost voor centraalbouw: een achthoekig ontwerp met stoelen en bankblokken rond de preekstoel gegroepeerd. Opmerkelijk is het dat de architect voor deze protestantse kerk de Rotskoepel in Jeruzalem als voorbeeld nam. Hieruit is een aantal zaken af te leiden. In de eerste plaats dat de Hollandse protestanten, evenals de rooms-katholieken destijds, de kerk zagen als de vervanging van het volk Israël. Met de kruisiging van de Heere Jezus had Israël afgedaan als volk van God en werd zijn plaats door de kerk ingenomen. En de tempel in Jeruzalem werd vervangen door het huis van gebed van dit nieuwe Israël: de kerk.
Zowel de Rotskoepel als de Marekerk is achthoekig. De binnendiameter van de Marekerk is gelijk aan de afstand van vloer tot gewelf. Omdat het de eerste koepelkerk was die in de Lage Landen werd gebouwd, voelde Van ’s Gravensande zich nogal onzeker over zijn ontwerp. Als leerling van de bekende bouwmeester Jacob van Campen heeft hij zijn leermeester om advies gevraagd, zo ontdekte historicus Guido Steenmeijer, die een proefschrift heeft geschreven over Arent van ’s Gravensande.
Het construeren van de koepel was een huzarenstukje. De toren die op de koepel rust, weegt maar liefst 120.000 kilo. En dus werd er achter het plafond een waar spinnenweb van zware eikenhouten balken in elkaar gezet dat de koepel bijeen moest houden. Na de oorlog werd een betonring aangebracht omdat de ondersteunende constructie van de koepel was gaan rotten en de hele koepel dreigde in te storten.
Het interieur van de Marekerk is sober en licht. Echt protestants. De preekstoel, met zijn grote klankbord op koperen kolommetjes, is bijzonder. Onlangs werd de vloer onder de kansel vervangen. Het prachtige orgel is afkomstig uit het koor van de Leidse Pieterskerk. Het werd in 1560 gebouwd en in 1733 naar de Marekerk overgebracht. Al met al is de Marekerk een prachtig aandenken aan een tijd waarin binnen de kerk der Hervorming de vervangingstheologie nog onweersproken was.
”Huis van gebed” is een serie verhalen over de rode draad die er in bouwkundig opzicht loopt van de tempel, via de synagoge naar de kerk. De serie startte op de Tempelberg in Jeruzalem, waar sinds het jaar 70 geen tempel meer staat en eindigt bij een Nederlandse kerk.