Binnenland

Sneeuwval in maart uitzonderlijk

Sneeuwval in maart is uitzonderlijk. Volgens het KNMI in De Bilt is het in de laatste 20 tot 25 jaar niet meer voorgekomen dat er zo veel sneeuw viel.

Binnenlandredactie
3 March 2005 08:54Gewijzigd op 14 November 2020 02:17
ALKMAAR – Een jongetje maakt een enorme sneeuwpop in het centrum van Alkmaar. Op de achtergrond probeert een sneeuwruimer de straat schoon te maken. Foto ANP
ALKMAAR – Een jongetje maakt een enorme sneeuwpop in het centrum van Alkmaar. Op de achtergrond probeert een sneeuwruimer de straat schoon te maken. Foto ANP

Gemiddeld valt er op ongeveer dertig dagen per jaar sneeuw, maar heel wat jaren gaan voorbij zonder dat er iets valt, aldus het KNMI.

„Een hoeveelheid van gemiddeld 20 centimeter sneeuw komt eens in de tien jaar voor, 35 centimeter kunnen we eens in de vijftig jaar verwachten”, legt een woordvoerster van het KNMI uit. De sneeuwsituatie is volgens haar uniek omdat niet een enkele plaats, maar een groot gebied te maken heeft met grote hoeveelheden sneeuw.

Volgens het weerinstituut gaat het de komende nacht streng vriezen, met plaatselijk temperaturen van 10 tot 15 graden Celsius onder nul. Mogelijk wordt dat de koudste nacht in maart sinds 1971. Toen vroor het op 7 maart in Wageningen 18,7 graden.

De Friese weerman Piet Paulusma wijt de extreme sneeuwval in Noord-Nederland aan het broeikaseffect. Volgens het KNMI klopt de uitspraak van Paulusma niet. „Een bepaalde weerssituatie kan nooit worden toegeschreven aan het broeikaseffect”, aldus de woordvoerster. De wereld wordt volgens haar steeds warmer. „Dat zou eigenlijk betekenen dat de winters gemiddeld minder koud moeten worden.” Bovendien stelt het KNMI dat de relatie tussen sneeuw en het broeikaseffect nog nooit is aangetoond.

Paulusma stelt echter dat de opwarming van de aarde vaker zal zorgen voor extreme weersverschijnselen. „En daar vallen deze sneeuwbuien ook onder. Het afgelopen jaar stond bol van extremen, neem de warme januarimaand van dit jaar.”

Volgens de Friese weerman Johan Habekothé, die zich al 35 jaar met het weer bezighoudt, is de hoeveelheid sneeuw, op sommige plaatsen 50 centimeter, alleen al in Friesland uniek. „Het absolute sneeuwrecord in Friesland werd gevestigd in 1987, toen er tussen 10 en 13 januari op Vlieland en op Terschelling tussen de 50 en de 70 centimeter viel. De hevige sneeuwval bleef echter beperkt tot de westelijke Waddeneilanden, net als op 5 januari 1985, toen er alleen op de eilanden tussen de 25 en de 40 centimeter viel.”

Een lagedrukgebied, dat als het ware ingeklemd zit tussen twee hogedrukgebieden (het ene op de oceaan ten westen van Ierland en het andere boven het zuiden van Rusland), is volgens het Wageningse weerbureau Meteo Consult de veroorzaker van de aanhoudende sneeuwval.

Het bestaat uit twee kernen, waarvan er één woensdagmiddag boven de zuidelijke Noordzee lag. Heel langzaam trok de sneeuw over het land, omdat er ook op enige hoogte weinig wind was. Daarbij hielpen de aanvoer van vochtige lucht vanaf zee, inclusief de temperatuurstegenstellingen tussen de veel warmere Noordzee en de lucht daarboven, en de kou op het continent om de sneeuwval in stand te houden en de neerslag te intensiveren.

Een pak sneeuw dat bovendien geruime tijd blijft liggen, is in Nederland uitzonderlijk. De verhalen uit de winter van 1963, de strengste winter van de vorige eeuw, zijn voor de huidige generatie bijna niet te geloven.

In een uitgave van Zwart IJs, een literair tijdschrift voor schaatsers en lezers, schrijft weerhistoricus Jan Buisman dat Midden-Nederland van 26 december tot 5 maart 1963 onder een dik sneeuwdek lag. Dat waren tien weken. Op zondag 30 december 1962 woedde een sneeuwstorm, die miljoenen mensen isoleerde door metershoge sneeuwduinen.

In Nederland duurt het soms jaren voordat een volgende sneeuwstorm opsteekt, maar in sommige winters komen er twee of drie in korte tijd voor. In totaal was er in de twintigste eeuw op zeker 22 dagen sprake van een sneeuwstorm, de laatste keer op 8 februari 1985.

Een van de hevigste sneeuwstormen van de eeuw trof de noordelijke helft van het land medio februari 1979. Het noodweer begon op de 14e en zorgde ongeveer negentig uur lang voor zware driftsneeuw. De wind bereikte in vlagen snelheden van 100 kilometer per uur en de sneeuwduinen groeiden tot hoogtes van 3 tot 6 meter. Delen van het land boven de lijn Harderwijk-Amsterdam werden van de buitenwereld afgesneden.

Gemiddeld over een heel jaar varieert het aantal dagen met een sneeuwdek van 10 in Zeeland en Zuid-Holland tot meer dan 25 in het oosten van Groningen en Drenthe en het Limburgse heuvelland. Dat lijkt heel wat, stelt weerman Harry Geurts, maar op de meeste dagen ligt er weinig en is de sneeuw snel weer weg.

„Een stad in diepe sneeuw, je bent op een plek waar het vol lawaai hoort te zijn en het is er opeens doodstil.” Godfried Bomans kon het niet treffender beschrijven: Een ondergesneeuwde wereld is een oase van rust. Vooral verse droge sneeuw dempt geluiden door de lucht die hij bevat. Zodra de sneeuw smelt, neemt het lawaai toe.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer