Meditatie: Onverwacht verkwikt
2 Korinthe 5:1
„Want wij weten dat, zo ons aardse huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig, in de hemelen.”
Hoe meer een goede overdenking zeldzaam is, des te meer is ze ook dienstbaar om een vrome ziel te verkwikken. Die wordt zo soms zeer onverwacht uit een lauwe of treurige toestand in zo’n levende zielsgestalte overgebracht. Want de Heere is vaak een verrassend God voor Zijn volk. Hij verblijdt Zich over hen om aan hun zielen wel te doen.
De Heere verkwikt de ziel van Zijn volk weleens door het geven van een zoete verzekering van zaligheid, zodat ze in volle zekerheid met Paulus durven zeggen: „Wij weten dat, zo ons aardse huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig, in de hemelen.”
Als de vromen dat mogen hebben, dan behelpen zij zich hier gemakkelijk als vreemdelingen, als reizigers, die in dit jammerdal maar een kleine tijd verkeren. Dan zien zij zichzelf rijker dan alle koningen en groten van de aarde. Dan zien zij weleens met vreugde de dood tegemoet, waarvoor anders de natuur zozeer schrikt, en ze reizen dan zoals de kamerling hun weg met blijdschap, inzonderheid als hun gegronde verzekering gepaard gaat met een grote mate van gevoelige genade. De Heere verkwikt de ziel van Zijn volk weleens in wegen van zware tegenspoed en kruis, als het er met hen naar het uiterlijke bang en bijster uitziet.
Wulfert Floor,
oefenaar te Driebergen
(”Al de eenvoudige oefeningen”, 1913)