In april is het consumentenvertrouwen opnieuw gedaald. De vertrouwensindex ligt vijf punten lager dan in maart, op min 14. Dat is de laagste waarde sinds begin 1994, zo deelde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dinsdag mee.

De index is opgebouwd uit de koopbereidheid en het oordeel over het economisch klimaat. Beide vielen in april lager uit. De koopbereidheid van Nederlandse consumenten is verder teruggelopen en uitgekomen op het laagste niveau sinds december 1996. Het aantal mensen dat zegt aan het einde van de maand geld over te houden, is licht afgenomen.

Het percentage consumenten dat het een gunstige tijd vindt voor het doen van grote aankopen, bedraagt 15 procent. Ruim 25 procent noemt deze periode juist uitermate ongunstig. Dergelijke percentages zijn sinds 1993 niet meer voorgekomen.

De consument oordeelde in april beduidend negatiever over de economische toestand dan de maand ervoor. Zowel de verwachtingen voor de komende tijd als het oordeel over de afgelopen twaalf maanden vallen negatiever uit.

Na de aanslagen in de Verenigde Staten waren consumenten minder pessimistisch dan nu. Ook over de eigen financiële positie oordeelt de consument negatief.

Onzekerheid bij consumenten is volgens een woordvoerder van het CBS een reden voor het opnieuw dalende consumentenvertrouwen. De euro speelt daarbij een belangrijke rol. „Huishoudens hebben het gevoel dat de laatste maanden de prijzen sterker zijn gestegen.” Ook beoordelen consumenten de economische situatie nog steeds als niet goed. „Mensen wachten liever nog even met grote aankopen, ze kijken de kat eerst uit de boom.”