Kerk & religieMeditatie

Meditatie: Geenszins uitwerpen

Johannes 6:37

Theodorus Adrianus Clarisse
11 July 2024 06:57
beeld RD
beeld RD

„Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.”

Hoor de Heiland roepen: „Die tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen.” Dan hoor ik van een twijfelmoedig hart deze bekommerde jammerklacht mij tegemoet komen: „Wanneer ik al het gehoorde in bedaarde overweging neem, zo gevoel ik dat mijn gemoed als was in mijn binnenste wordt. Ik zie de noodzaak om te moeten geloven. Ik voel mij gedrongen om dit zonder uitstel te doen. Ja, ik word als met verontwaardiging over mijn ongeloof aangedaan. Maar bij dat alles geeft een opkomende bedenking mij weer nieuwe verbijstering. Ik denk aan de gast zonder bruiloftskleed. Ik vrees dat indien ik al op ’s Heeren nodiging kwam, zijn geval wellicht het mijne zou zijn. Ik kan mij tot nu toe nog niet beschouwen als bekleed met de sierklederen des heils, noch omhangen met de mantel der gerechtigheid. Hoe krijg ik dit siergewaad? Meermalen heb ik er de Heere om verzocht. Meermalen heb ik mij, om daarmee bekleed te worden, aan de Heere opgedragen. Maar tot hiertoe werd mijn begeerte niet voldaan.”

Is dat de taal van uw verlegen hart? Luister dan ook naar het antwoord dat wij u geven zullen: „Het geval van de gast zonder bruiloftskleed moet u in het geheel niet hinderen in het ootmoedig en gelovig komen tot Jezus. Zijn misdaad bestond hierin dat hij weigerde met dat sierkleed dat de Gastheer hem wilde aandoen, bekleed te worden.”

_Theodorus Adrianus Clarisse,
predikant te Amsterdam

(”Een drietal leerredenen, Lukas 14:15 tot en met 24”, 1779)_

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer