De inspectiedienst onderzocht vorig jaar 310 speeltoestellen op 149 dagverblijven en speelzalen voor baby’s en peuters. In 41 procent van de gevallen bleek het speelgoed niet te voldoen aan de wettelijke eisen. Volgens de VWA ontstaat hierdoor het gevaar voor beknelling of verstikking. Eenvijfde van de bedjes en boxen voldeed niet.

Klimrekken en andere toestellen moeten gekeurd worden op veiligheid. Maar bij de helft van het onderzochte speeltuig ontbreekt die goedkeuring. Achterstallig onderhoud komt daardoor geregeld voor. Ook bouwt 17 procent van de eigenaren van de kinderopvangzalen zelf een speeltoestel. De helft daarvan blijkt wettelijk gezien niet veilig genoeg.

Uit hun rondgang langs de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven concluderen de inspecteurs tevens dat de huidige regels voor met name de kinderbedden en boxen te theoretisch zijn. De eisen zijn „niet toereikend" voor hoe het in de praktijk gebruikt wordt, meldt de VWA in een brief aan minister Hoogervorst van VWS.

De VWA adviseert de minister de regels aan te scherpen door deze tenminste gelijk te trekken met de Europese normen hiervoor. „Dit om een hoger beschermingsniveau, voor met name verstikking en beknelling, te garanderen".

De VWA heeft zich in 2004 in de steekproef specifiek gericht op de kinderopvang. Aanleiding hiervoor zijn twee dodelijke ongevallen in 2003 en 2004 in een kinderbed. Ook kwam vorig jaar een kind om het leven door een ongeluk met een speeltoestel.