Kritiek VS op Saudi-Arabië, China en Rusland
Het is nog steeds niet best gesteld met de mensenrechten in onder meer China, Rusland en Saudi-Arabië. Het jaarlijkse rapport van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken over de mensenrechten in de wereld laakt de situatie in onder meer deze drie landen.
Uit Saudi-Arabië, een strategische bondgenoot van de Verenigde Staten in het Midden-Oosten, komen nog steeds berichten over martelingen, willekeurige arrestaties en mensen die zonder contact met de buitenwereld worden vastgehouden. Volgens het rapport zijn er in het land wel „enkele democratische vorderingen” gemaakt, maar deze wegen nog lang niet op tegen de ernstige schendingen van de mensenrechten.
Ook het mensenrechtenbeleid in andere bevriende Arabische naties, zoals Egypte en Jordanië wordt gehekeld. In beide landen worden gevangenen gemarteld en mishandeld, is er een gebrek aan een eerlijke rechtsgang en zijn de vrije meningsuiting en de persvrijheid beperkt. De beide landen ontvangen royale Amerikaanse steun.
Israëlische veiligheidstroepen worden in het rapport beschuldigd van het mishandelen van Palestijnse gevangenen. De omstandigheden in sommige Israëlische gevangenissen zouden slecht zijn. De Palestijnse Autoriteit blijft zich schuldig maken aan allerlei ernstige mishandelingen.
De situatie in Saudi-Arabië is volgens het rapport iets verbeterd, maar deze bondgenoot van de VS is schuldig aan het willekeurig arresteren van burgers. Democratie en vrijheid van pers en religie zijn er beperkt.
Het rapport veroordeelt ook vijanden Iran en Syrië. In Iran nemen de schendingen van mensenrechten toe. Het rapport noemt executies zonder proces, verdwijningen, marteling van gevangenen en inperkingen van grondrechten. Hervormingsgezinde politici worden vervolgd en bedreigd wegens uitspraken die ze deden onder parlementaire immuniteit. In Syrië is de democratie gebrekkig, worden gevangenen mishandeld, grondrechten ingeperkt en Koerden en vrouwen gediscrimineerd.
In het rapport staat dat de burgervrijheden in Irak zijn toegenomen. Het rapport prijst de inspanningen van de interim-regering, maar noemt ook berichten over moord, martelingen en erbarmelijke omstandigheden in gevangenissen.
Over Rusland maakt het rapport melding van een onwenselijke concentratie van de politieke macht in het Kremlin, het muilkorven van de media en politieke druk op de rechterlijke macht. Verder maakt de Russische politie zich regelmatig schuldig aan het martelen van gevangenen om een bekentenis af te dwingen.
De vooruitgang in China op het gebied van de mensenrechten noemt het ministerie „teleurstellend”, vooral wat de vele arrestaties van dissidenten betreft. Volgens het Amerikaanse rapport is verder sprake van buitengerechtelijke moorden, marteling en mishandeling van gevangenen. Verder hebben veroordeelden in doodstrafzaken nauwelijks de mogelijkheid het vonnis in hoger beroep aan te vechten. Bovendien worden executies vaak op de dag van de veroordeling uitgevoerd.