CBS: boeren blijven onder mestplafond, verdere afname wel nodig
De hoeveelheid stikstof en fosfaat uit dierlijke mest is in Nederland vorig jaar binnen de grenzen van de Europees vastgestelde plafonds gebleven. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) becijfert dat. Wel zegt het statistiekbureau er meteen bij dat veehouders de aangescherpte normen, die in 2025 van kracht worden, daarmee nog niet halen. Ze zullen hun mestproductie dus verder moeten verlagen.
Binnen de EU gelden maximale hoeveelheden stikstof en fosfaat. Die stoffen bevorderen de groei van gewassen, maar in te grote hoeveelheden vervuilen ze het grond- en oppervlaktewater.
Nederlandse boeren mochten van de EU jarenlang onder voorwaarden meer mest gebruiken dan in de Europese richtlijn staat. Dat voordeel genaamd ‘derogatie’ wordt tot 2026 afgebouwd. Nederland kan er geen aanspraak meer op maken, omdat er volgens Brussel te weinig resultaten zijn geboekt in het verbeteren van de waterkwaliteit. Die voldoet op veel plaatsen niet aan alle normen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW). Deze richtlijn is sinds het jaar 2000 van kracht, maar het jaartal waarin landen er echt aan moeten voldoen is steeds opgeschoven. Nu moet dat uiterlijk in 2027.
De totale hoeveelheid stikstof uit mest van koeien, varkens, kippen en ander vee bedroeg vorig jaar in totaal 489,4 miljoen kilo. Dat is 5 procent minder dan het maximum dat was toegestaan. Het ligt wel nog boven het plafond voor 2025, dat dan op 440 miljoen kilo komt te liggen. Ook met fosfaat bleef de sector onder het plafond voor 2023. Om ook in 2025 aan de norm te voldoen, zal er nog 8 procent af moeten ten opzichte van vorig jaar.
Een verdere verlaging van de hoeveelheid stikstof en fosfaat in mest valt op verschillende manieren te bereiken. Minder vee houden is een optie, maar ook een andere samenstelling van het voer kan bijdragen.
