Volgens rechter Henry Floyd van de rechtbank in Spartanburg in South Carolina kan de regering Padilla niet eindeloos vasthouden als „vijandelijke strijder", het predikaat dat president Bush hem gaf in 2002. „Simpel gezegd, is het een kwestie van uitvoering van de wet en geen militaire kwestie", beargumenteerde Floyd zijn uitspraak. Hij gaf de regering 45 dagen om actie te ondernemen.

De Amerikaan Padilla wordt ervan verdacht dat hij van plan was in de VS gebouwen op te blazen en een aanslag wilde plegen met een radioactieve, zogeheten ’vuile bom’. Hij werd opgepakt op de luchthaven van Chicago, bij terugkeer uit Pakistan. Volgens de regering is hij getraind door leden van het terreurnetwerk al–Qaeda.

Padilla wordt vastgehouden op een marinebasis in Charleston. Hij is een van de twee Amerikanen die als vijandelijke strijder zijn aangemerkt. De andere, Yaser Hamdi uit Louisiana, werd in oktober vrijgelaten. Het Amerikaanse ministerie van Jusitie zei dat hij niet langer een bedreiging vormde voor de Verenigde Staten en van geen enkele waarde meer was voor de inlichtingendiensten.