Hoeveel boten de EU precies stuurt, hangt af van de vraag. Het gaat in ieder geval om boten kleiner dan twaalf meter en tussen de vijf en twintig jaar oud. Bij de tsunami–ramp op 26 december werden meer dan 110.000 boten vernield of beschadigd. Na de Zuid–Aziatische toeristenindustrie is de visserij de zwaarst getroffen sector. Honderdduizenden gezinnen kunnen niet meer of moeilijker in hun levensonderhoud voorzien.

Het Europese initiatief stuit op weerstand van het Wereldnatuurfonds (WNF). De Europese vismethoden zouden in Azië kunnen leiden tot overvissing, aangezien de Aziatische visser van oudsher alleen vist en de Europese boten zijn ingesteld op een hele bemanning. Het WNF verwierp het sturen van Europese boten en verzocht de EU om meer steun voor de plaatselijke visindustrie.

Volgens de EU accepteert de publieke opinie het niet dat in Europa boten uit de roulatie worden gehaald en vernietigd, terwijl er in de getroffen gebieden in Azië een enorme behoefte aan vissersboten is. De EU wil ook deskundigen naar Azië sturen om te helpen bij de opbouw van de visindustrie.

Ook de voedsel– en landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), die de internationale gemeenschap had opgeroepen de Aziatische visindustrie te steunen, waarschuwde voor het opbouwen van een te grote vloot, vanwege het gevaar van overvissing.