Forse achterstand Zeeuwse gemeenten bij huisvesten statushouders
De Zeeuwse gemeenten hebben gezamenlijk een forse achterstand opgelopen bij het huisvesten van asielzoekers met een verblijfsvergunning, de zogeheten statushouders. Gedeputeerde Dick van der Velde zei dat de gemeenten begin 2023 nog voorliepen op de taakstelling. Maar op 1 juli, het moment waarop er een nieuwe taakstelling van het Rijk komt, verwacht de gedeputeerde dat de gemeenten in Zeeland nog voor zeshonderd statushouders woonruimte moeten regelen.
„Dat gaat razendsnel”, zei Van der Velde vrijdag in een commissievergadering. „Er komt een moment dat ik vanuit het interbestuurlijk toezicht wettelijk stappen moet zetten. Dat begint met een goed gesprek en een plan van aanpak. Maar er komt ook een moment dat je als provincie in de plaats van de gemeenten moet gaan staan en zelf de taakstelling moet gaan uitvoeren voor rekening van de gemeenten.”
Het onderbrengen van asielzoekers met een verblijfsvergunning in hotels is wat de gedeputeerde betreft niet de ideale oplossing. Van der Velde wijst erop dat dit duur is en ook niet prettig voor de statushouders. „Laten we zorgen dat we eerder aan de bal zijn om snel te zoeken naar een structurele en bredere oplossing.” Van der Velde gaat hierover snel in gesprek met de woningcorporaties. „Ik besef wel dat er allerlei haken en ogen aan zitten. Ik ga een voorbeeld noemen. Als een statushouder alleen is, maar we weten dat het nog lang gaat duren voordat er nareizigers komen, dan is het lastig voor een woningcorporatie om een eengezinswoning toe te wijzen.”