Breitner als vernieuwer van de Nederlandse schilderkunst
George Hendrik Breitner (1857-1923) wordt deze zomer in Singer Laren getoond zoals dat niet eerder gebeurde: als een pionier, een vernieuwer van Nederlandse kunst.
Het bekende beeld van deze schilder als Amsterdams impressionist wordt in Laren bijgesteld. Het museum wil met nadruk geen overzicht geven van zijn oeuvre, maar laat zien dat Breiter als geen ander in staat was om kleur en vorm in te zetten om daarmee voorgoed af te rekenen met het academisme van de negentiende eeuw.
Natuurlijk hangen er stadsgezichten van Breitner aan de museummuren, maar niet de bekende Amsterdamse die hij schilderde in weer en wind. Vaak vormen juist die schilderijen de basis voor tentoonstellingen van deze kunstenaar. Hoe hij als geen ander erin slaagde om met verf ‘snapshots’ te maken van het rumoerige stadse leven. Zijn zelfgemaakte foto’s, die pas na zijn overlijden werden ontdekt, dragen bij aan dit beeld. Vaak laten Breitner-tentoonstellingen zien hoe híj zijn omgeving zag en schilderde. Maar wie is Breitner als we door onze eigen lens naar zijn schilderijen kijken? Voorbij de snapshots van het straatbeeld en de wel of niet kloppende details?
„Breitner experimenteerde volop met heldere en uitgesproken kleuren, soms aangezet met lijnen om vormen te accentueren”
Colorist
Terwijl de schilders van de Haagse School de natuur nog vastlegden in grijs- en bruintinten experimenteerde Breitner al volop met heldere en uitgesproken kleuren, soms aangezet met lijnen om vormen te accentueren. Een prachtig voorbeeld is het schilderij ”Naar de markt”, dat Breitner in 1896 of 1987 schilderde. Hieraan is goed te zien hoe hij te werk ging. De jurk van de dienstmeid en de mand die ze aan haar rechterarm draagt bestaan uit grote vlakken blauw en rood. Het contrast met de besneeuwde brug zorgt ervoor dat ze nog beter uit de verf komt.
Minstens zo kleurrijk zijn de kimonomeisjes, waarvan hij er een paar jaar daarvoor maar liefst dertien maakte en er nu drie in Laren hangen. Niet het model Anna Kwak speelt de hoofdrol in deze schilderijen, maar de kimono. De rode kleur van de zijden stof domineert het doek en de bloemetjesprint concurreert met het beschilderde kamerscherm en motief van de tapijten.
Breitner was, net als Van Gogh trouwens, gek op de Japanse prentkunst, waarin perspectief en licht-donker ondergeschikt zijn aan de compositie. In het schilderij ”Anna” gaat het alleen nog maar om het spel van de verschillende patronen. Essentiële vormen vol kleur en contrast zijn haast spontaan en willekeurig naast elkaar geplaatst op het vlakke doek. Een journalist schreef in 1894: „Maar daar komt Breitner en gaat ons nu dingen maken, die niets, volstrekts niets anders zijn dan schilderij; zoek maar naar geen stemming, die is afwezig. Zijn dan deze schilderijen […] geen kunstwerken, en is Breitner geen kunstenaar meer? Ja, zeker wel is hij dat. Of zou hij soms niet opgegaan zijn in genot, en niet heel innerlijk getrild hebben van aandoening, toen hij dat bloesem-rood tegen het gladzwart scherm en het warme tapijt van den divan zette? Alleen zal er een nieuwe naam gevonden moeten worden, want dit is geen impressionisme meer; Breitner zou in het vervolg b.v. ”colorist” of zelf ”pigmentist” kunnen heeten.”
Paarden
Het duurt wel even voordat Breiter tot deze vrij geschilderde, kleurrijke doeken komt. De openingszaal van de tentoonstelling is indrukwekkend. Vanaf de achterwand komt een leger cavaleristen je galopperend tegemoet vanaf het 3 meter brede doek dat in bruikleen is van het Kunstmuseum Den Haag. Van dit onderwerp ging het jonge hart van Breitner al sneller kloppen. Hij bracht zijn jeugdjaren door in Rotterdam en tekende vooral veel oorlogstaferelen en paarden. Als tiener verzamelde hij paardenprenten, tekende hij oorlogstaferelen na uit tijdschriften en kranten en vulde schetsboeken met studies naar schilderijen van de militaire schilder Philips Wouwerman (1619-1668).
De schilder Charles Rochussen moedigde de negentienjarige Breitner aan zijn kantoorbaan bij een graanhandel in te wisselen voor de kunstacademie in Den Haag. De onderwerpen dienden zich als vanzelf aan in kazernestad Den Haag. Hij bezocht verschillende stallen en maneges en ging graag naar het strand van Scheveningen, waar in de duinen de cavalerie oefeningen deed. Hij oefende zich in het vertalen van de beweging van paarden in verf. Het dier blijft terugkeren in de schilderijen die de jaren daarna volgen: trekkend voor een paardentram, rustend met koets bij het station of werkend met een volgeladen wagen. Op twee schilderijen uit 1893 met veel winkelend Amsterdams publiek vormen rustende schimmels het middelpunt van de hectische voorstelling.
Verhoudingen
„Wat een schilder! Wat een durven en een kunnen, zooals er misschien nog nooit gekúnd is. Manet met zijn stoute, franke zien, heeft, geloof ik, niet zóó geschilderd”, schrijft Jan Veth in De Amsterdammer in 1891. Om schilderijen van naakte modellen kun je in Breitners tijd niet heen. Eén zaal is eraan gewijd en die kan overgeslagen worden, mocht het onderwerp moeilijk liggen.
„„Wat een schilder! Wat een durven en een kunnen, zooals er misschien nog nooit gekúnd is”” - Jan Veth, kunstenaar
Misschien helpt het om te benadrukken dat het kunstenaars in de loop van de kunstgeschiedenis niet zozeer te doen was om de vrouwen, hun gezichten, eventuele schoonheid of karaktereigenschappen. Centraal staat het onder controle krijgen van het schilderen van verhoudingen. Dit idee wordt versterkt omdat er bij Breitner nauwelijks gezichten te zien zijn; de modellen zijn geobjectiveerd en vormen een ‘drager’ voor de projectie van de kunstenaar.
Met name in een kleine olieverfschets wordt dit duidelijk. Pas na lang kijken ontstaat uit de opeenstapeling van los geschilderde brokken kleur een liggende vrouw op bed. De oranjerode doek op de voorgrond contrasteert met de huidskleur van het model. Breitner, die zijn hele carrière onzeker bleef over zijn eigen kunnen, was over dit specifieke werk wél tevreden. Achterop staat een notitie van wat hij tegen zijn jongere ateliergenoot Kees Maks over dit schilderij heeft gezegd: „Zoo moet u schilderen.”
De tentoonstelling ”Breitner’’ is t/m 8 september te zien in Singer Laren.
singerlaren.nl