Informatiepunt voor loverboyproblemen
Loverboys, mannen die jonge vrouwen voor zich laten werken in de prostitutie, vormen in toenemende mate een probleem in Nederland. Dat betreft niet alleen hun groeiend aantal, de mannen gaan ook steeds geraffineerder te werk omdat ze de mazen in de wet kennen.
„Ze weten heel goed dat een meisje meerderjarig moet zijn en dat ze altijd moet volhouden dat ze het vrijwillig doet”, aldus onderzoekster L. Terpstra vrijdag. Ze is betrokken bij de oprichting van een informatiepunt dat in opdracht van het ministerie van Justitie de jeugdprostitutie in kaart brengt.
De gemiddelde loverboy is een Nederlandse jongeman van tussen de twintig en dertig jaar met een allochtone achtergrond. Hij legt een meisje eerst in de watten, zodat ze verliefd op hem wordt, en slaat dan toe. Hij dwingt het slachtoffer tot prostitutie of verdient op andere manieren grof geld aan haar.
„Het zijn mensenhandelaren. In korte tijd veel geld verdienen is het doel en de meisjes zijn het middel. Niet alleen belanden ze voor het raam of in sekshuizen, ook zetten de daders meisjes in als bolletjesslikker en sluiten zelfs hypotheken op hun naam af. Deze week sprak ik de vader van een minderjarig slachtoffer die opgezadeld zit met een schuld van 50.000 euro”, zegt de onderzoekster.
Bekender is volgens haar het verhaal van jongens die een meisje verkrachten en daar foto’s van maken om het slachtoffer mee te chanteren. Ook al dekken loverboys zich meestal in door te kiezen voor meerderjarige slachtoffers, vaak genoeg azen ze ook op minderjarige meisjes. „Dan wordt het helemaal schimmig. Met een vals paspoort moet zo’n meisje zich melden bij een relaxhuis en nog voor de eigenaar erachter komt dat ze helemaal geen achttien is, werkt het kind al bij een sekshuis elders in het land”, aldus Terpstra. „Het hele circuit waarin loverboys anoniem met mobiele telefoons opereren en meisjes regelen voor hun klanten, onttrekt zich al helemaal aan de waarneming.”
Samen met twee collega’s schreef L. Terpstra onlangs het boek ”Loverboys, een publieke zaak”. Daarin komen tien jonge mannen aan het woord die van mensenhandel en loverboypraktijken verdacht worden of daarvoor zijn veroordeeld. Ze hebben meestal geen opleiding, zijn sociaal vaardig en hebben vaak al een lange criminele ’carrière’ achter de rug voor ze loverboy worden.
„Zowel in hun verhalen als in die van hun meiden blijkt hoe deze jonge mensen gevangenzitten in een spiraal van macht, onmacht en geweld”, zegt directeur T. Stegenga van Vrouwenopvang Fryslân. In hun opvanghuis Asja kunnen slachtoffers van loverboys op verhaal komen. De meisjes en jonge vrouwen die hulp vragen bij Asja zijn vaak ernstig getraumatiseerd. Van de 137 slachtoffers van wie de zaak de afgelopen zeven jaar is aangebracht bij justitie, is 11 procent minderjarig. Vrouwenopvang Fryslân gaf de opdracht voor het schrijven van het boek.