De jongen heeft „blijvend fysiek letsel” overgehouden aan het ongeluk, schrijft het Openbaar Ministerie (OM), dat de boetes oplegt. De uitbater van het park moet 20.000 euro betalen. Volgens hem OM heeft het bedrijf uit Veghel de jongen onvoldoende instructies gegeven en was er te weinig toezicht tijdens het springen. Ook is de trampolinehal opengegaan zonder het keuringsrapport en de gebruiksaanwijzing van de leverancier te hebben gekregen. „Na het ongeval is vastgesteld dat het doek onder de schuimblokken onvoldoende op spanning was”, schrijft het OM.

De leverancier krijgt 15.000 euro boete. Dat bedrijf heeft volgens het OM niets gedaan met aanbevelingen uit het keuringsrapport. Daarin stond een advies voor een nader onderzoek naar de risico’s van het gebruik van de trampoline in combinatie met de schuimblokken. Het bedrijf heeft het rapport ook niet aan het park in Veghel gegeven. „Het OM is van mening dat het bedrijf onvoorzichtig heeft gehandeld met het ongeval tot gevolg.”

De uitbater van het park was volgens het OM in de eerste plaats verantwoordelijk, omdat die de jongen heeft laten springen. Daarom is de boete voor dat bedrijf hoger.