16-jarige Belgen voor het eerst naar stembus, voorbeeld voor Nederland?
In België, Duitsland, Malta en Oostenrijk stemmen ook 16- en 17-jarigen voor het Europees Parlement. Goed idee om ook in Nederland de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen?
Voor het eerst mogen, of beter gezegd: moeten 16- en 17-jarigen bij de zuiderburen zondag naar de stembus. Thuisblijven is niet toegestaan. De opkomstplicht in België geldt voor alle kiezers en dus niet alleen voor meerderjarigen, bepaalde het Grondwettelijk Hof in maart.
Wie niet stemt, riskeert volgens de wet een boete van 40 tot 80 euro. „We zullen de politie niet naar minderjarigen sturen”, beloofde justitieminister Paul Van Tigchelt echter. „We willen hun inspraak geven, geen boetes.”
In Nederland pleitte de Raad voor het Openbaar Bestuur –een adviesraad van de regering– in 2019 al voor stemrecht voor 16-jarigen. Dat zou de politieke kennis en interesse van jongeren vergroten en op langere termijn ook zorgen voor een hogere opkomst. Het kabinet legde het advies naast zich neer, omdat eenduidig bewijs over de effecten van een lagere leeftijdsgrens ontbreekt.
Vrienden
Ook deskundigen zijn verdeeld over de vraag of een verlaging van de stemgerechtigde leeftijd een goed idee is. Emeritus hoogleraar neuropsychologie Jelle Jolles is uitgesproken tegenstander. „Jongeren moeten eerst voldoende kennis en ervaring opdoen. Niet voor niets mogen ze pas vanaf hun achttiende zelfstandig autorijden en alcohol kopen. Tot ver na het twintigste levensjaar rijpen de hersenen. Bij 18-jarigen is dat proces dus niet klaar, maar al wel verder dan bij jongeren van 16.”
Hersengebieden die zich laat ontwikkelen hebben volgens Jolles direct betrekking op de vraag of minderjarigen in staat zijn een weloverwogen stem uit te brengen. Het gaat om vaardigheden als oordelen over de omgeving, gevoel voor empathie en bedoelingen begrijpen. Maken die twee jaar dan zo veel verschil? „Tussen 16 en 18 jaar gebeurt er ontzettend veel”, legt hij uit. „Bijna iedereen heeft twee jaar later z’n eindexamen gehaald en gaat het huis uit.”
De gemiddelde jongere van 16 is behoorlijk impulsief en heeft moeite met kiezen, stelt Jolles. Hij noemt het een „groot maatschappelijk probleem” dat jongeren steeds vroeger de regie krijgen, bijvoorbeeld over hun eigen leerproces. „Mede daardoor gaat het slecht met het onderwijs. Jongeren hebben de wijsheid van volwassenen en kennis over de wereld nodig.”
De invloed van groepsdruk is onder 16-jarigen „enorm groot”. „Keuzes worden sterk bepaald door wat vrienden zeggen. Een 18-jarige is meer autonoom en volgt niet klakkeloos de mening van vrienden.”
Impulsief
Politiek psycholoog Bert Bakker vindt een lagere leeftijdsgrens juist een goed idee, zeker bij Europese verkiezingen. „Het Europees Parlement neemt belangrijke beslissingen over de toekomst van jonge mensen. Toch leeft Europa weinig onder kiezers. In landen waar mensen vanaf hun 16e mogen stemmen, zien we een grotere betrokkenheid.”
Een 16-jarige kan volgens Bakker „net zo goed” stemmen als een 18-jarige. Over het argument dat minderjarigen vanuit emotie kiezen of te weinig kennis hebben, zegt hij: „Alsof dat anders is bij 18-plussers. Om te stemmen moet je kunnen lezen, informatie verwerken, nadenken, een mening vormen. Ik zie niet dat dit binnen twee jaar fundamenteel verandert, waardoor jongeren wel een afgewogen keuze kunnen maken.”
Ook de invloed van vrienden vindt hij geen reden om minderjarigen buiten het stemhokje te houden. „Ook meerderjarigen praten met familie en vrienden over hun stemkeuze. Bovendien: veel stemmers zullen vlak voor de verkiezingsdag de Stemwijzer invullen en op basis van daarvan een keuze maken. Dat is ook redelijk impulsief.”
Scholierenverkiezingen
Bij scholierenverkiezingen (zie: ”Scholieren Pieter Zandt stemmen minder PVV”) doen uitgesproken partijen met scherpe standpunten het vaak goed: PVV, FVD, de Piratenpartij en Jezus Leeft scoren veel stemmen. Neuropsycholoog Jolles kan dat wel verklaren. „Extreme meningen spreken jongeren aan omdat die herkenbaar zijn. Een evenwichtig verhaal van centrumpartijen –„enerzijds, anderzijds”– vinden zij moeilijker te volgen.”
Bakker wil voorzichtig zijn met conclusies over de kiesgerechtigde leeftijd naar aanleiding van de scholierenverkiezingen. „Dan staat er niets op het spel. Je kunt dus gerust eens op de Piratenpartij stemmen.”
Jolles zou willen dat alle scholen meedoen aan scholierenverkiezingen. „Ook via burgerschapsvorming of een schoolparlement kun je jongeren op een goede manier bij de politiek betrekken.”