Inflatie eurozone loopt sterker dan verwacht op tot 2,6 procent
De inflatie in de eurozone is in mei opgelopen tot 2,6 procent. Eurostat, het Europese statistiekbureau, maakte dit bekend in een voorlopige raming. In april bedroeg de inflatie nog 2,4 procent. Economen hadden verwacht dat het dagelijks leven in het eurogebied deze maand 2,5 procent duurder zou zijn.
Op maandbasis stegen de consumentenprijzen met 0,2 procent. De kerninflatie, waarin de sterk schommelende prijzen voor energie, voeding, alcohol en tabak niet worden meegenomen, nam toe tot 2,9 procent. In april bedroeg de kerninflatie nog 2,7 procent.
De prijzen voor levensmiddelen, alcohol en tabak stegen in mei iets minder sterk dan in april. Tegelijkertijd namen de energieprijzen juist weer toe, na een daling de maand ervoor. De prijsstijging van diensten viel hoger uit dan in april.
In Duitsland, Frankrijk en Spanje liep de inflatie deze maand op. In Italië was sprake van een lichte afname. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kwam eerder op de dag al met voorlopige cijfers over de Nederlandse inflatie. In Nederland werd het dagelijks leven volgens de Europese rekenmethode in mei 2,7 procent duurder, waarmee de inflatie iets boven het gemiddelde in de eurozone ligt. In april bedroeg de Nederlandse inflatie 2,6 procent volgens de Europese rekenmethode.