Hulp na dodelijke ramp Papoea-Nieuw-Guinea slecht geregeld; met handen en stokken puinruimen
Vijf dagen na de dodelijke aardverschuiving in Papoea-Nieuw-Guinea zijn nog geen 10 lichamen geborgen, terwijl naar schatting ongeveer 2000 mensen om het leven zijn gekomen. Dinsdagochtend stortte ook nog een brug in op de belangrijkste route voor de aanvoer van hulp.
De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) van de Verenigde Naties meldt dat de ingestorte brug de levering van voorraden en hulp aan de getroffen gemeenschappen verder belemmert. De toegang tot het gebied werd al bemoeilijkt door geblokkeerde wegen, beschadigde infrastructuur en slechte weersomstandigheden.
Enkele dorpen in de provincie Enga werden vorige week vrijdag getroffen door een aardverschuiving, veroorzaakt door zware regenbuien. Een kalkstenen berghelling schoof omlaag en verwoestte zes afgelegen plekken, zo’n 600 kilometer ten noordwesten van de hoofdstad Port Moresby. Woningen liggen onder een 6 meter dikke laag van grond en puin. De IOM spreekt van „een van de dodelijkste rampen in de recente geschiedenis van het land”.
Reddingswerkers zijn naar het moeilijk begaanbare gebied gegaan om overlevenden te zoeken. Maar de omstandigheden zijn zwaar. Mensen graven met handen en stokken in het puin. „Het is zeer onwaarschijnlijk dat er nog overlevenden worden gevonden”, zei een functionaris van de Verenigde Naties dinsdag.
Bom
De provinciale autoriteiten zeggen dat in totaal zo’n 8000 personen door het natuurgeweld zijn getroffen, inclusief de doden en vermisten. Uit vrees voor een tweede aardverschuiving zijn de mensen uit het gebied geëvacueerd. Veilig zijn de opvanglocaties echter niet. De ondergrond is door aanhoudende regenval steeds instabieler. „Elk uur hoor je rotsen breken. Het is net als een bom. De stenen blijven naar beneden vallen”, zei de regionale functionaris Sandis Tsaka dinsdag tegen het persbureau AFP.
Aardverschuivingen met dodelijke afloop komen in Papoea-Nieuw-Guinea vaker voor. Dit jaar kwamen bij een aardverschuiving begin april al 14 mensen in de provincie Simbu om het leven, en in maart 21 mensen .
De oorzaak van de vele aardverschuivingen ligt niet alleen in de hevige regenval en overstromingen. Ontboste berghellingen en tal van aardbevingen zorgen sowieso al voor een instabiele ondergrond. Tel daarbij op de deplorabele staat van de infrastructuur en de slechte toegang tot de gezondheidszorg, en het is duidelijk waarom aardverschuivingen in Papoea-Nieuw-Guinea gewoonlijk veel slachtoffers eisen.
Internationale hulp is wel beschikbaar. Zo liet topman Tedros Adhanom Ghebreyesus van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) na de aardverschuiving van vorige week via X weten dat zijn organisatie de overheid van Papoea-Nieuw-Guinea ondersteuning kan bieden. Ook de Chinese president Xi Jinping bood in een brief aan de lokale autoriteiten hulp aan.