De rechtbank in Amsterdam is het niet met Heertje eens. „Alles afwegend komt de rechtbank tot de conclusie dat in deze zaak het door het recht van vrijheid van meningsuiting beschermde belang dat de journalistiek het publiek kan informeren en misstanden kan signaleren, zwaarder weegt dan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van Heertje", staat in het vonnis.

In een aantal artikelen in 2003 en 2004 schreef de krant over de financiële administratie van Heertje. Zo zou de ING Bank hem een schuld van enkele tonnen hebben kwijtgescholden uit angst voor negatieve publiciteit. De Postbank zou hem in 2004 een lening hebben verstrekt, terwijl de kredietaanvraag in eerste instantie was afgewezen. Maar om „reputatieschade” te vermijden kreeg Heertje toch het gevraagde geld.

Verder schreef de krant dat Heertje erin slaagde om de bibliotheek in zijn huis als onderpand te laten dienen voor „miljoenenleningen” en dat deed bij verschillende banken. Toen die daar achterkwamen dwongen ze hem tot een betaalregeling waarbij ze hem een bedrag van 700.000 euro kwijtscholden. De Telegraaf haalde verder nog boven water dat Heertje de betaling voor twee door hem gereserveerde grafplaatsen zou hebben laten passeren.

De rechtbank concludeert dat veel van de beweringen van de journalisten van de Telegraaf „verdedigbaar” of „gerechtvaardigd” zijn. „Dat door de journalisten willens en wetens door de bronnen aangegeven nuanceringen op het negatieve beeld van Heertje zijn weggelaten, is niet vast komen te staan”. Voorafgaand aan de artikelen bood de krant Heertje de mogelijkheid te reageren, maar hij wilde dat niet. „Onder die omstandigheden is het niet opnemen van een reactie van Heertje niet onrechtmatig”, staat in de uitspraak.