Te weinig geld voor nationale landschappen
Het Rijk wil twintig zogeheten nationale landschappen instellen. Daarvoor is ruim 225 miljoen euro per jaar nodig, terwijl er slechts 30 miljoen euro beschikbaar is.
De Raad voor het Landelijk Gebied adviseerde het kabinet woensdag toch zo snel mogelijk te beginnen met de uitvoering van het beleid. Het financiële gat kan worden gevuld met bijdragen van de EU, provincies, gemeenten, maatschappelijke organisaties en de private sector.
Tot de nationale landschappen gaan onder meer het Groene Hart, de Hoeksche Waard en Zuidwest-Zeeland, de Veluwe, de Achterhoek en de Gelderse Poort behoren. Een nationaal landschap is iets anders dan een nationaal park, waar natuur voor alles gaat. In het eerste geval gaat het ook om veenweidegebieden, forten, weilanden met koeien, windmolens en hunebedden.