Dat heeft de Finse oud-president Martti Ahtisaari woensdag gezegd na afloop van een nieuwe ronde van vredesbesprekingen tussen vertegenwoordigers van de Indonesische regering en de Beweging Vrij Atjeh (GAM).

Ahtisaari sprak op een persconferentie in Helsinki, waar beide partijen de afgelopen dagen onder zijn voorzitterschap hebben vergaderd.

Volgens Ahtisaari erkennen beide partijen de noodzaak van extern toezicht op een eventuele overeenkomst, maar „er komt geen VN-deelname.” Hij zei dat de Indonesische regering de kwestie niet als een internationale aangelegenheid beschouwt. Jakarta zou wel bereid zijn regionale troepen toe te laten.

Op de vraag of een volksstemming mogelijk is, antwoordde Ahtisaari ontkennend. De GAM heeft aangedrongen op een volksstemming onder toezicht van de Verenigde Naties, maar het is duidelijk dat Jakarta beducht is voor een herhaling van het scenario in Oost-Timor, waar een in 1999 gehouden volksstemming leidde tot de vestiging van een onafhankelijke staat.

Ahtisaari riep beide partijen op zich te onthouden van geweld. Hij waarschuwde dat er veel werk moet worden verzet voordat een definitieve overeenkomst kan worden gesloten. De sfeer tijdens het overleg noemde de oud-president „opbouwend.” Er is volgens hem gesproken over speciale autonomie, amnestie, veiligheidsregelingen, toezicht op een eventueel verdrag en een tijdsschema.

De Finse bemiddelaars hopen dat de volgende overlegronde van 12 tot 17 april, opnieuw in Helsinki, kan worden gehouden. GAM-woordvoerder Bakhtiar Abdullah zegde toe dat zijn delegatie naar Helsinki zal komen, maar een lid van de regeringsdelegatie zei dat het te vroeg is om daarover al afspraken te maken.

De GAM-delegatie liet dinsdag weten dat de beweging haar eis van volledige onafhankelijkheid voor Atjeh had laten vallen, een verklaring die door een woordvoerder van de Indonesische delegatie „een goed teken” werd genoemd.