Chinese overheid verlaagt minimale aanbetaling voor eerste huis
China verlaagt de minimale aanbetaling voor de aankoop van een eerste huis. De Chinese overheid hoopt hiermee de vastgoedmarkt, die met een ongekende schuldencrisis kampt, enigszins vlot te trekken.
In veel steden staan momenteel grote aantallen woningen leeg, omdat Chinezen ze niet kunnen betalen. De Chinese overheid gaat een deel van deze woningen opkopen om ze tegen lagere prijzen aan te bieden, maakte vicepremier He Lifeng vrijdag bekend. Om hoeveel huizen het gaat, wilde hij niet zeggen.
Volgens staatsmedia wordt de minimale aanbetaling voor Chinezen die voor het eerst een huis kopen verlaagd tot 15 procent. Voor de aankoop van een tweede huis wordt dat 25 procent. Voorheen waren aanbetalingen van 30 of 40 procent geen uitzondering. De maatregelen behoren tot de meest ambitieuze die Beijing tot nu toe heeft genomen om de aanhoudende crisis op de huizenmarkt te keren.
De bouw- en vastgoedsector zijn goed voor meer dan een kwart van het bruto binnenlands product van China. De sectoren kampen echter met torenhoge schulden.
Volgens de vicepremier is het noodzakelijk om „de verantwoordelijkheden van de lokale overheid, ontwikkelaars en financiële instellingen” te waarborgen. Chinese huizenprijzen lieten in april de sterkste maandelijkse daling in tien jaar zien.
De crisis in de Chinese vastgoedsector vormt ook een steeds grotere bedreiging voor de sociale stabiliteit in het land. Protesten nemen toe nu de onverkochte huizenvoorraad op het hoogste punt in acht jaar staat. Bouwwerkzaamheden liggen stil omdat projectontwikkelaars niet meer aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen, waardoor ongeveer 5 miljoen mensen werkloos dreigen te worden.
Hoe effectief de nieuwe maatregelen zijn, moet blijken. De verlaging van de hypotheekrente, waarmee China in 2022 begon, heeft de koopvraag tot dusver niet aangewakkerd.