Binnenland

Celstraffen tot 14 jaar voor Marumse zwembadmoord

Voor de Marumse zwembadmoord zijn in hoger beroep celstraffen tot veertien jaar opgelegd aan de toenmalige vriendin, Monique H., zwager Marcel H. en schoonmoeder van het slachtoffer, Jacoba van der L. Johan L., die het wapen zou hebben geleverd, krijgt zes jaar.

ANP
15 May 2024 15:52Gewijzigd op 15 May 2024 16:29

De zaak draait om de moord op Jan Elzinga (40), die in 2012 werd doodgeschoten bij een zwembad in het Groningse Marum. De toenmalige partner van Elzinga, haar moeder en broer zouden de moord gepland hebben. De ex-schoonfamilie en de toenmalige vriendin kregen eind 2022 een celstraf van twintig jaar opgelegd. L. kreeg zeven jaar cel. Alle vier gingen in hoger beroep.

Eerder kregen de uitvoerders, schutter Pascal E. en handlanger Willem P., celstraffen van respectievelijk vijftien en twintig jaar. P. sloot in de gevangenis met het Openbaar Ministerie een deal voor een kortere straf en werd kroongetuige. Hij stelt dat de toenmalige vriendin van Elzinga, haar broer en haar moeder de moord beraamden. Volgens P. wilden ze Elzinga vermoorden omdat hij vreemdging en zijn vriendin zou hebben mishandeld.

P. gaf toe met bewijsmateriaal te hebben geknoeid. Hij zou sms-berichten tussen hem en de broer hebben bewerkt. De rechtbank in Groningen vond echter dat er voldoende bewijs overbleef voor een veroordeling. Het hof in Leeuwarden sloot zich daarbij aan. Naast de verklaring van P. stelden ook Johan L. en Pascal E., dat de familie opdracht had gegeven voor de moord. Als steunbewijs zag het hof onder andere de ontmoetingen tussen Marcel H. en Willem P., relatieproblemen die het stel had voorafgaand aan de moord, het intensieve berichtverkeer tussen de familieleden, de betaling van de huurmoord en de overdracht van het wapen.

Het OM eiste in hoger beroep tegen Marcel H. en Monique H. twintig jaar cel. Jacoba van der L. werd zeventien jaar geëist. Tegen Johan L. werd twaalf jaar geëist.

Als strafverminderende omstandigheid noemde het hof de inbreuk van de privacy van de familie tijdens het onderzoek. L. was daarnaast geen initiator, stelde het hof. Ook zijn berouwvolle houding tijdens de behandeling van de zaak, zorgde voor een lagere straf.

Jacoba van der L. riep na het uitspreken van de straf onschuldig te zijn. „Dat is de reden waarom wij geen schuld hebben betuigd. Dit is een doodsvonnis. Wij zijn onschuldig.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer