Rekenkamer bezorgd over voortgezet onderwijs nieuwkomers
De Algemene Rekenkamer maakt zich zorgen om het onderwijs voor nieuwkomers, zoals vluchtelingen of kinderen van arbeidsmigranten. Deze kinderen zijn leerplichtig, maar een grote groep zit thuis. Bovendien is de kwaliteit niet altijd op orde, schrijven de rekenmeesters in het jaarlijkse verantwoordingsonderzoek.
De Rekenkamer vindt het positief dat het overgrote deel van de nieuwkomers (circa 30.000) toegang heeft tot onderwijs, ondanks de crisismaatregelen die nodig waren door de hoge toestroom. Toch zaten 2000 leerlingen in april vorig jaar zonder onderwijs thuis.
De kwaliteit is bovendien omlaaggegaan. Daardoor zijn nieuwkomers niet altijd goed voorbereid als ze naar een normale school gaan. Daarnaast werkt het onderwijs niet goed voor analfabeten en nieuwkomers die veel moeten verhuizen.
Demissionair onderwijsminister Mariëlle Paul „weet welke knelpunten er zijn in het voortgezet nieuwkomersonderwijs, maar heeft nog niet voor alles een oplossing”, schrijven de rekenmeesters. Daarom beoordelen ze haar beleid op dit vlak als „matig”.
Vorig jaar heeft Paul 334 miljoen euro uitgegeven aan nieuwkomersonderwijs. Dat is een toename omdat ook meer leerlingen hier gebruik van maakten. Door de toestroom van Oekraïense vluchtelingen heeft ze ook meer uitgetrokken voor leerlingenvervoer en schoolgebouwen.