Veestapel krimpt door nieuwe mest– en waterregels
De Nederlandse veestapel zal flink krimpen door het nieuwe mestbeleid en Europese normen voor de kwaliteit van oppervlaktewater. De nieuwe regels zullen vooral voor minder kippen zorgen. Het Landbouw Economisch Instituut (LEI) schat dat tot en met 2009 het aantal vleeskuikens met 20 procent zal teruglopen.
Het aantal legkippen daalt naar verwachting met 15 procent, becijferde het instituut woensdag in zijn rapport ’Ruimte voor reconstructie’. De normen van het nieuwe mestbeleid en de Kaderrichtlijn Water leveren ook 7 tot 8 procent minder varkens op.
Het nieuwe mestbeleid dat in 2006 ingaat, maakt het voor boeren duurder om overtollige mest kwijt te raken. Vooral de intensieve veehouderij voelt hiervan de gevolgen. „Voor veel kleinere intensieve veehouderijbedrijven zal dit de druppel zijn”, schatten de LEI–onderzoekers in. Ook de aanstaande waterregels zullen voor „extra druk” zorgen.
De onderzoekers roepen het Rijk op met „extra maatregelen” de veehouders te helpen. Naar verwachting zullen de kleinere bedrijven grotendeels opgaan in grotere veehouderijen. De huidige Reconstructiewet biedt nu „onvoldoende” mogelijkheden om samenvoeging en verplaatsing eenvoudig in goede banen te leiden. „Van de kant van overheden zijn daarvoor niet alleen financiële stimulansen nodig, maar ook hulp bij het zoeken naar nieuwe locaties en het ontwikkelen daarvan”.
Het platteland van Gelderland, Noord–Brabant en Limburg gaat momenteel in twaalf projecten op de schop. De landbouw – en met name de veehouderijen – worden meer verspreid. Een deel van de boerenbedrijven zal in het kader van die zogenoemde reconstructie verplaatsen naar een nieuwe plek elders in Nederland.
Hoewel enkele boeren door knelpunten in de eigen regio verder weg moeten verhuizen, is er volgens het LEI „voldoende ruimte” om de bedrijven te verplaatsen