Situatie tienduizenden kinderen arbeidsmigranten kwetsbaar
Tienduizenden kinderen van Europese arbeidsmigranten in Nederland leven in een kwetsbare positie. Een deel van deze kinderen mist stabiele leefomstandigheden en heeft een grotere kans om op school in de problemen te komen of gezondheidsklachten te krijgen, blijkt uit onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam. De ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Onderwijs hadden daarom gevraagd.
Kinderen van Europese arbeidsmigranten zijn vaak kwetsbaarder of slechter af dan kinderen van nieuwkomers zoals asielzoekers, statushouders en kinderen van expats. Ze zijn ook kwetsbaarder dan kinderen die in een vergelijkbare sociaal-economische positie leven, zo blijkt uit het onderzoek. Vooral oudere kinderen worstelen soms met heimwee of vinden slecht aansluiting bij leeftijdgenoten door taalproblemen, omdat hun ouders geen Nederlands spreken. Door de vaak onzekere arbeidsmarktpositie van de ouders, is er onrust in het gezin over waar de toekomst ligt.
„Ieder kind in Nederland moet naar school kunnen, te eten hebben, vriendjes kunnen maken en veilig opgroeien. Uit dit onderzoek blijkt dat dit voor kinderen van arbeidsmigranten te vaak niet geldt, dat is heel zorgelijk”, zegt demissionair minister Karien van Gennip (SZW). „Dit onderzoek laat weer zien hoe belangrijk het is om de situatie van arbeidsmigranten in Nederland te verbeteren.”
De onderzoekers adviseren onder andere oog te hebben voor de positie van Europese arbeidsmigranten, die anders is dan andere kwetsbare nieuwkomers. Deze laatste groep heeft inburgerings- en integratieverplichtingen en daarmee eigen verantwoordelijkheid om de weg in de Nederlandse samenleving te vinden. Europese arbeidsmigranten ontberen die ondersteuning, en daar hebben (ook) hun kinderen last van, zeggen de onderzoekers.
De betrokken ministeries onderschrijven deze aanbeveling.
Een andere belangrijke aanbeveling is het verbeteren van de positie van de ouders. Daar is het kabinet al mee bezig, via beleid dat gericht is op het verbeteren van de positie van EU-arbeidsmigranten op de arbeidsmarkt en hun woon- en werkomstandigheden, zegt het kabinet in reactie op het onderzoek,