Rechter verbiedt bestrijdingsmiddelen voor teelt lelies
De rechtbank in Roermond heeft woensdag het gebruik van bestrijdingsmiddelen voor de teelt van lelies naast een woonwijk in het Noord-Limburgse dorp Sevenum verboden. Voor die teelt moeten bestrijdingsmiddelen gebruikt worden die een gevaar opleveren voor de gezondheid van omwonenden, met name kinderen, aldus de rechtbank in een kort geding. Dat was aangespannen door mensen die vlak bij de akker wonen waar de boer lelies wil gaan kweken.
Voor die kweek moeten volgens de rechtbank vaak en veel gewasbeschermingsmiddelen worden gespoten. Volgens de rechtbank ontstaat daardoor de reële kans op gezondheidsschade van de omwonenden en hun kinderen.
Volgens de teler zijn de middelen veilig, want getest en goedgekeurd door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen. Maar volgens de rechtbank betekent dit niet dat de middelen veilig zijn. „Bij het testen van de middelen wordt namelijk niet getest op neurologische gevolgen die pas op de lange termijn optreden, zoals de ziekte van Parkinson”, aldus de rechtbank. „Ook wordt bij de testen geen onderzoek gedaan naar ontwikkelingsstoornissen van kinderen.”
Dat de boer had aangeboden slechts eens in de tien jaar lelies te gaan telen en daarbij een bufferzone van 50 meter in acht te nemen, kon de rechtbank niet overtuigen. In die zone wilde hij alleen ‘groene’ middelen gebruiken, maar volgens de rechtbank vergroten ook die vaak het risico op ernstige neurologische aandoeningen.
„In de vijf tot zes maanden dat de teler de lelies wekelijks met de middelen wil gaan bespuiten, wordt zoveel gespoten als voor sommige andere teelten in 10 jaar”, aldus de rechtbank. „Er wordt dus in korte tijd heel veel gespoten. De omwonenden, onder wie 25 kinderen, wonen dicht bij de akker. Voor sommigen, onder wie 7 kinderen, is dat maar op 10 meter afstand. Dat de teler een bufferstrook van 50 meter wil aanleggen, is niet voldoende om te voorkomen dat gewasbeschermingsmiddelen bij de omwonenden terechtkomen.”