Een nieuwe koelcel, of toch maar niet
De akkers in de Crezéepolder aan de rivier De Noord in Ridderkerk en Hendrik-Ido-Ambacht veranderen op termijn in natuurgebied met recreatieve doeleinden. Omdat een begindatum voor de aanleg ervan ontbreekt, verkeren de tuinders in het gebied in onzekerheid. Moeten ze wel of geen nieuwe investeringen doen? „Als mijn koelcel tussentijds stukgaat, heb ik een probleem.”
Samen met zijn broer bezit tuinder M. Sels (56) 3,5 hectare landbouwgrond in de Ridderkerkse Crezéepolder. Hij verbouwt aardappelen, andijvie en snijbonen. In de nabije toekomst moet hij gedwongen verkassen vanwege de aanleg van het natuurgebied. Wanneer precies is hem echter onbekend. Die onzekerheid geeft hem kopzorgen. „Moet ik stoppen of doorgaan, ik weet het niet”, reageert Sels, rondkijkend in zijn schuur. „De onduidelijkheid geeft grote onzekerheid. Bedrijfsinvesteringen schuif ik noodgedwongen op de lange baan.”
Uitstel van vervanging of vernieuwingen in het bedrijf kan zijn productie in gevaar brengen, meent de Alblasserdammer. „Groenten die naar de veiling gaan, moeten vooraf gekoeld worden bewaard. Mijn koelcel is echter al twintig jaar oud. Als deze tussentijds stukgaat, heb ik een probleem.”
Samen met twee andere agrariërs uit de Crezéepolder maakt Sels straks plaats voor een zogenoemd zoetwatergetijdengebied, waarin de natuur de vrije hand krijgt. Slikken, biezenvelden, rietland -met op de hogere delen struweel- zullen straks een nieuw landschap vormen. Wandelpaden, verbonden door bruggetjes, maken het 75 hectare grote akkerbouwgebied geschikt voor recreatie. Het dient als compensatie voor de oprukkende verstedelijking op het eiland IJsselmonde. Projectorganisator Deltanatuur draagt zorg voor de gebiedsontwikkeling én voor de grondaankoop.
Sels, die tevens een lap grond in Alblasserdam bezit, hoopt op een goede overnameprijs voor zijn eigendom. „Ze moeten ervan uitgaan dat ik een draaiend bedrijf moet terugkopen”, meent hij. Ook al ontvangt hij een goede prijs, liever blijft hij tot aan zijn 65e in Ridderkerk telen. „Anders moet ik de enkele jaren tot aan mijn pensioen overbruggen.” Voor zijn broer is de situatie nog beroerder. „Die is zes jaar jonger.”
Ook tuinder A. Penning betreurt de plannen. Hij verdient met sla, andijvie en tarwe uit de Crezéepolder een goede boterham. „Het is toch al een prachtig natuurgebied”, reageert de Ridderkerker. „Laatst had ik een bosuiltje in mijn kas. Ik heb het beestje voorzichtig gevangen. De dierenambulance nam het mee.”
Fraaier dan het gebied nu is, wordt het nooit, beweert Penning. „Als ik zomers tot laat op het land werk, is de natuur hier zó mooi. Dat is puur genieten. En je hoort hier geen kip.” Net als Sels verkeert Penning in grote onzekerheid. Met een ’oprotpremie’ neemt hij geen genoegen. „Alleen grondruil”, antwoordt hij resoluut. „Al mijn leveranciers en klanten zitten namelijk in de omgeving. En ik woon in Oostendam, twee stappen van mijn bedrijf.”
Penning kocht vijf jaar geleden het stuk akker in de Crezéepolder. De aanleg van het getijdengebied leek toen nog toekomstmuziek. Toch blokkeerde het gemeentebestuur van Ridderkerk op dat moment uitbreiding van zijn schuur. „Ik heb tot aan de Raad van State toe geprocedeerd.” Tevergeefs, stelt hij vast. „Je loopt klem.”
Op zichzelf vindt de tuinder een getijdengebied schitterend, maar hij waarschuwt voor de negatieve effecten ervan. „Op recreatie komt óók rottigheid af”, stelt hij. „En vooral voor ouderen en kinderen kan het er ’s avonds onveilig zijn.”
De plannenmakers verwachten in ieder geval veel toeloop voor het recreatiegebied, dat deels voor rolstoelen en kinderwagens toegankelijk wordt. Een vogelkijkhut maakt een blik over de omgeving mogelijk. Een parkeervoorziening langs de Crezéepolder biedt plaats aan personenvoertuigen en fietsen. De prijs van de aanleg van het getijdengebied bedraagt 3,5 miljoen euro en wordt gefinancierd door de overheid.
Hoewel Sels zich niet in de plannen kan vinden, gaat hij niet procederen. Ofschoon de politiek in Ridderkerk, Hendrik-Ido-Ambacht en Den Haag de plannen nog moet goedkeuren, spreekt hij van een gelopen race. „Je houdt de veranderingen toch niet tegen.”