Zakenimperium hernhutters maakt winst voor het goede doel
Volgelingen van de Moravische kerkhervormer Johannes Hus trokken in de 18e eeuw via Duitsland naar Suriname om te kijken „of er iets onder de wilden en de Moren voor de Heiland te winnen zoude zijn.” Vanuit het concept ”zending, zorg en zaken” ontstond daar, naast de onder Surinamers breed gedragen Evangelische Broedergemeente, een zakenimperium: de Moravian Church Foundation (MCF).
”MCF Business Enterprises BV”, het zakelijke imperium van de hernhutters, is te vinden in een kleine, met designmeubilair ingerichte kantoorunit in Amsterdam-Zuidoost. Haast als geen ander kent de Surinaamse Nederlander mr. R. M. I. Kensenhuis (66) de achtergronden van de combinatie kerk en kapitaal. De fiscaal jurist is een geboren en getogen Surinamer en meelevend lid van de Evangelische Broedergemeente in Amsterdam.
In grote lijnen schetst hij de historie van de hernhutters: „In het begin van de achttiende eeuw bood de adellijke en zeer gelovige Nikolaus Ludwig Graf von Zinzendorf een toevluchtsoord voor de volgelingen van Johannes Hus: de in 1415 als ketter verbrande kerkhervormer uit Moravië en Bohemen. Op het Saksische landgoed van de graaf leefden ze vrij ”unter des Herrn Hut”, onder de hoede van de Heer. Dat verklaart de naam hernhutters.”
Het is of Kensenhuis, tot voor kort de enige bezoldigde bestuurder van de MCF, college geeft: „Bij de kroning van de Deense koning in 1731 ontmoette Zinzendorf een vrijgelaten slaaf uit het Caraïbisch gebied en raakte onder de indruk van diens verhaal over de uitwassen van de slavernij. Daarna trokken Moravische broeders naar Suriname om te onderzoeken „of er iets onder de wilden en de Moren voor de Heiland te winnen zoude zijn.”
Kensenhuis moet er anno 2005 om glimlachen. De formule die men koos was „paulinisch”, zoals hij het noemt. „Men wilde werkend het Evangelie prediken, net als de apostel Paulus.”
De eerste Moravische broeders in Suriname schaften in 1768 een stuk grond aan „waarop gevestigd zouden worden: een woon- en tevens bedrijfspand, een begraafplaats en een kerk”, citeert Kensenhuis oude stukken. De broeders begonnen onder de slaven te werken en brachten het Evangelie. Dit stuitte op veel verzet van de blanke meesters, die behoorden tot de Hervormde Kerk. Zij vonden dat de slaaf niet dezelfde geloofsovertuiging mocht hebben als zijn meester.
In 1894 werd de zakelijke tak van de Evangelische Broedergemeente in Suriname (EBGS), tezamen met bezittingen in Zuid-Afrika, ondergebracht in een Duitse stichting. Na de Duitse inval in Nederland confisqueerde de Nederlandse koloniale autoriteit dit vijandelijk vermogen. Kensenhuis: „Na de oorlog kregen we ons bezit terug. Het is toen in een Nederlandse stichting ondergebracht, die in 1967 is omgebouwd tot de Moravian Church Foundation. Het bestuur is de laatste jaren nadrukkelijker bezig met een scheiding tussen kerk en zaken. Dat moest wel om slagvaardiger te kunnen managen, want de Moravische kerk kent kerkprovincies in Tanzania, de VS, Europa, de Antillen en Jamaica.”
In Suriname bezit de MCF onder meer het vermaarde Hotel Krasnapolsky, cement- en betonbedrijven, een warenhuis, een agentschap voor zwaar materieel ten behoeve van mijn- en landbouw en is ze ook nog eens dealer van Toyota. Kensenhuis toont trots de website van MCF en laat foto’s zien van veel bedrijven. Op Aruba, Bonaire, Curaçao en St.-Maarten zijn dat bijvoorbeeld auto- en autoverhuurbedrijven, zoals de Hertz Car Rental, boekhandels en een industriële wasserij.
In Nederland en Duitsland zitten reprografische bedrijven en een bedrijf dat kartonnen dozen bedrukt in de portefeuille. In het stadje Herrnhut, de bakermat van de Evangelische Broedergemeente, heeft de MCF nog het bedrijf ”Herrnhuter Sterne GmbH”, dat al anderhalve eeuw bouwpakketten voor kerststerren maakt. De fabriek telt 44 arbeidsplaatsen. Er werken ook 25 verstandelijke en motorisch gehandicapten: een niet onaanzienlijk aantal in een plaats van 7000 inwoners.
Kensenhuis wil niet zeggen wat de MCF waard is. „Het gaat om wat we er mee doen. Met de inkomsten uit onze bedrijven financieren we projecten binnen ons kerkgenootschap en daarbuiten, in veel ontwikkelingslanden.” Kensenhuis noemt projecten in Noord-India, Zuid-Afrika, de Palestijnse gebieden en uiteraard Suriname en de Antillen. Verder bekostigt Kensenhuis in Herrnhut het inmiddels eeuwenoude Uniteitsarchief.
Tot de Hernhutter Broederschap horen rond de 800.000 christenen in 25 landen. De Europese kerkprovincie telt circa 30.000 leden, in Duitsland, Nederland, Zwitserland, Denemarken, Zweden en Estland. Vorig jaar koos de synode van deze kerkprovincie de uit Suriname afkomstige ds. H. Hessen tot bisschop: een geestelijk en pastoraal ambt zonder leidinggevende taken. Het is de eerste keer dat een Surinamer -getalsmatig de grootste groep binnen het kerkgenootschap- dit ambt in Europa bekleedt.