Recensie cd: Muziek van Amsterdamse componisten
Toen in 2020 de corona-epidemie begon, vonden vier musici in Amsterdam elkaar voor het vervaardigen van een volledig Amsterdams muzikaal project.
Samen zochten zij repertoire voor twee traverso’s, een cello en een klavecimbel bij elkaar dat in de 18e eeuw in Amsterdam het licht zag. Amsterdam was in die periode, met niet minder dan 76 muziekuitgeverijen, een uiterst aantrekkelijke stad voor musici en componisten.
De zoektocht van fluitisten Aysha Wills en David Westcombe, celliste Octavie Dostaler-Lalonde en klavecinist Artem Belogurov leverde een gevarieerd programma op met werken van een keur aan componisten die allen in Amsterdam gewerkt hebben: Rosier, De Konink, Van Noordt, Hurlebusch, Schickhardt, Klein, De Fesch, Locatelli en Mahaut.
Van hen klinken triosonates, suites, fuga’s en duetten. De stukken worden op uitmuntende wijze gespeeld op Amsterdamse instrumenten of kopieën daarvan. Zo is het klavecimbel een zogenaamde Laescke, die begin twintigste eeuw in het bezit was van een Amerikaanse bankier, in 1972 ontdekt werd ergens in een hoek achter in een pianowinkel in Chicago en in 2003 terugkeerde naar Amsterdam. Deze cd is het ‘debuut’ van dit instrument.
Het begeleidende boekje bij de cd staat boordevol interessante verhalen over genoemde componisten en hun werken en de moeilijkheden die zij soms moesten overwinnen, zoals muziekpiraterij, een praktijk waarbij een concurrent andermans muziek overschrijft en met wijzigingen onder een andere naam publiceert, wat Hurlebusch overkwam.
Postscript à Amsterdam - live at the Waalse Kerk; trptk (TTK0097); € 20,-; bestellen: trptk.com