Veel Eerste Kamerleden geven nevenfuncties niet goed aan
Ruim een derde van de Eerste Kamerleden geeft niet of maar gedeeltelijk invulling aan de voorschriften over het registreren van nevenactiviteiten uit de eigen Gedragscode Integriteit van de Senaat.
Dat concluderen de stichting Open State Foundation , die zich inzet voor een transparante overheid, en de Volkskrant op basis van eigen onderzoek.
Van 29 van de 75 Eerste Kamerleden komen de door hen opgegeven nevenfuncties volgens beide niet overeen met het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Een van hen is volgens het rapport SGP-senator Marc de Vries. Wat hem wordt aangerekend, betreft bij nader inzien echter een niemendalletje. Omdat hij het woord voert over onderwijs, had De Vries volgens het onderzoek moeten opgeven dat hij voorzitter is van de stichting Pupils’ Attitude Towards Technology (PATT), een stichting die onderzoekers uit de hele wereld bij elkaar brengt om ontwikkelingen en onderzoeksresultaten op het gebied van techniekonderwijs en -didactiek met elkaar te delen.
De Eerste Kamer koos in 2019 voor een integriteitscode, nadat de Europese integriteitswaakhond Greco haar in 2014 stevig had aangesproken op het ontbreken daarvan. In de code staat dat binnen elke fractie bekend dient te zijn wat iemands nevenactiviteiten zijn, zodat bepaald kan worden of hij of zij mondeling of schriftelijk namens een fractie kan optreden zonder het risico op belangenverstrengeling. Omdat Eerste Kamerlid zijn een deeltijdfunctie is, moeten de senatoren verder hun hoofdbezigheden registreren.
Vrijwel alle Eerste Kamerfracties (tien van de veertien) publiceren daarnaast op de website van de Eerste Kamer hun interne integriteitsafspraken. PVV, FVD en Volt beperken zich tot een financiële verantwoording.
In het verleden kwam het een aantal keer voor dat een senator in opspraak raakte wegens belangenverstrengeling. Zo schoof de VVD in 2019 senator Anne-Wil Duthler aan de kant. De senator deed mee aan de beslissende stemming over de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), die met één stem verschil werd aangenomen. Later werd bekend dat het kabinet de wet op onderdelen had aangepast, na advies te hebben ingewonnen bij een bureau waar Duthler mede leiding aan gaf.
Het onderzoek werd uitgevoerd in de maanden februari en maart van dit jaar. De Open State Foundation concludeert uit het onderzoek dat niet de Eerste Kamerfracties zelf, maar de griffier zou moeten beslissen in welke gevallen er wel of geen sprake is van belangenverstrengeling. Een andere aanbeveling is dat het handelsregister voor alle burgers gratis doorzoekbaar zou moeten zijn.